Wist u dat de Bronstijd in Wageningen is begonnen?
Ongeveer 3700 jaar geleden landde voor de eerste maal een bekwame bronssmid in dit land.
Hij kwam in een gebied dat nog voor het grootste gedeelte met bos bedekt was, en waar slechts hier en daar open plekken vatten met enige kleine akkers en weilanden en een boerderij of gehuchtje. De eenvoudige boeren die hij ontmoette hadden nog nooit een stad, een zwaard, een zeilschip of een met paard bespannen wagen gezien.
Hier, in een betrekkelijk afgelegen en onderontwikkelde uithoek van Europa, was het eerst nu mogelijk een begin te maken met een eenvoudige industrie, en daarmee tevens de basis te leggen voor een politieke en sociale organisatie die uitging boven het niveau van de stam en het dorp.
De smid van Wageningen (Vroege Bronstijd, circa 1800.-1700 voor Chr. )
Voor ons is deze man in letterlijke zin de eerste man van de Bronstijd in Nederland, want per definitie laten wij hier de Bronstijd met zijn komst beginnen. Toch was hij de eerste smid in dit land. De smeden van de Klokbekercultuur gingen hem misschien een eeuw vroeger voor. We rekenen de Klokbeker-smeden in ons land echter nog tot het laat Neolithicum. Bronzen voorwerpen kennen wij van hen echter niet. Daarom is de smid van Wageningen onze eerste, en enig bekende, vroege Bronstijd smid.
Dat hij bestaan heeft weten wij alleen omdat een handvol van zijn bezittingen te voorschijn kwam toen in 1844 een inwoner van Wageningen een stuk land, dat hij enkele kilometers ten noorden van de Rijn en de Wageningse Berg bezat, inplantte en die spullen (zie afbeelding) daarbij allemaal tezamen onder in een van zijn plantgaten aantrof. De vinder droeg de voorwerpen over aan het toen nog jonge Rijksmuseum van Oudheden.
Dat hij een vreemdeling was op onze kusten lijkt duidelijk uit de gegevens naar voren te komen. Hij was zeker geef leerling van de Klokbekersmden, want wat hij begroef vertoont tot hun produkten geen enkele herkenbare betrekking. Zijn verblijf hier kan zelfs niet van erg lange duur zijn geweest want de voorwerpen die hij gemaakt zou kunnen hebben zijn van geen andere Nederlandse vondst bekend. Noch in de in archeologisch opzicht toch vrij rijke omgeving van Wageningen, noch van elders in het land. Alles duidt op een kort overblijf .
Hij zal een reizende smid zijn geweest, die van nederzetting naar nederzetting trok om met de inheemse inwoners zaken te doen en dan weer verder te trekken. Er zijn redenen om aan te nemen, dat hij uit Ierland of Schotland kwam, waar reeds vroeg een traditie van metaalbewerking gevestigd was.
Bron: J.J. Butler – De bronstijd in Nederland
Zie ook: De bijl uit de Wageningse bronsschat
Ingezonden door: P. Visser