Op de Wageningse berg, aan weerzijden van de Ritzema Bosweg, liggen een aantal opvallende heuvels: grafheuvels die vanaf ca. 2500 v. Chr. zijn opgeworpen.
Archeologische vondsten tonen aan dat Wageningen al heel lang bewoond is. Op verschillende plekken zijn voorwerpen uit de Bronstijd (1500 v. Chr.) en de Vroege IJzertijd (800 tot 500 v. Chr.) gevonden.
Wageningen telt 11 zichtbare grafheuvels. De liggen op de Wageningse Berg, en stammen uit het neolithicum, de bronstijd en mogelijk ook uit de ijzertijd. Naast 11 zichtbare heuvels, zijn er ook restanten van 4 grafheuvels gevonden. De 11 zichtbare heuvels hebben de status van rijksmonument.
De grafheuvels duiden op de aanwezigheid van het klokbekervolk. Vaak liggen ze als een groep bij elkaar. De overledene werd met het hoofd naar het zuiden en met het gezicht naar het oosten begraven. Dit kan wijzen op een wereldbeeld waarin de zon centraal stond.
De klokbekercultuur is een archeologische cultuur uit het late Neolithicum (ca. 2500 – 2000 voor Christus). Deze cultuur is vernoemd naar het aardewerk met een S-vormige contour.
De grafheuvels zijn de afgelopen eeuwen verschillende keren onderzocht. In Museum de Casteelse Poort een aantal van de vondsten te zien.
Meer:
Overzicht van de Wageningse grafheuvels
Eerste bewoning van Wageningen
Grafheuvels in Wageningen