Het Vestingswerk


Wageningen is een oude vestingstad. Als je in de stad rondloopt is dat niet overal even zichtbaar. Maar kijk je op een oude kaart of plattegrond dan zie je dat de oude binnenstad de karakteristieke vorm van een verdedigingswerk heeft, zes bastions en twee toegangspoorten met daaromheen een gracht.

In 1263 kreeg Wageningen, alhoewel het een klein nederzetting was, stadsrechten. Vanwege de strategische ligging aan de Rijn was het achterliggende idee om er een vestingstad van te maken. Zodoende werden niet alleen de burgers van de stad beschermd maar kon ook een groter gebied gecontroleerd kon worden.

Wageningen is vaak belegerd. De vestingwerken hebben door de tijd heen dan ook veel veranderingen ondergaan. In de jaren ‘60 zijn ze grotendeels gesloopt en is ook een deel van de gracht gedempt. De stadswallen zijn deels omgevormd tot groene parkachtige gebieden zoals het Emmapark, het Plantsoen en het Torckpark en deels dienen ze als parkeerplaats; de Straelenstoren, de Gevangentoren en het Rijnbolwerk. Inmiddels is er een groep bewoners actief om het gedempte deel van de stadsgracht weer in oude luister te herstellen.

Meer: Platform Stadsgracht Wageningen 

 

Eendenkooi Binnenveld

Midden in het Binnenveld ligt een bosje langs de Grift. Als je er langs fietst valt het niet op, pas vanuit de lucht wordt de vorm van een eendenkooi zichtbaar.

Een eendenkooi bestaat uit een plas waar enkele smalle sloten op uitkwamen. In deze vangpijpen, voorzien van rietschermen, kunnen eenden gelokt worden. Om overvliegende eenden te lokken hield de beheerder op de kooiplas een aantal gekortwiekte ‘staleenden’ die hij dagelijks voerde. Die waren gewend aan de kooiker met zijn kooikerhond.

Het geheel van kooiplas en vangpijpen is omgeven door het kooibos. Vaak zijn in deze bossen hakhout en knotbomen te vinden. Eendenkooien zijn vaak omgeven door een sloot en soms is er nog een kooikerhuisje aanwezig. Eendenkooien zijn typisch Nederlandse elementen, ontstaan in de late middeleeuwen. De kooien werden in voorgaande eeuwen aangelegd om wilde eenden te vangen voor consumptie.

Vroeger waren er in het Binnenveld meerdere eendenkooien: op een kaart uit 1655 zijn twee andere ‘vogelkoijen’ ingetekend.

De Grift waar de eendenkooi aan ligt, is een oud kanaal dat al in de 15e eeuw in opdracht van Bisschop David van Utrecht is gegraven. Voluit heet dit water dan ook de ‘Bisschop Davidsgrift’. De belangrijkste reden om het te graven was de turfwinning.

Meer:

Nieuwe Natuur in het Binnenveld / Gelderse Vallei 
Natuurontwikkeling in het Binnenveld

Buurtschap Leeuwen

Leeuwen is een oud buurtschap dat vrijwel geheel is opgegaan in de bebouwing van de stad. Het centrum van de buurtschap, de brink, is ten dele bebouwd met restaurant ‘Het Gesprek’ en wordt gesplitst door de Mansholtlaan (vroeger nog een zandpad, de Lage Steeg).
Ook het met bomen beplante gedeelte op het terrein van studentenflat Hoevestein is een onderdeel van deze brink. De bij de brink behorende kolk ligt nabij restaurant ‘Het Gesprek’, op de hoek met de Bosweg. De Bosweg is één van de oude wegen die naar de akkers van Leeuwen, de Leeuwereng leiden.

De naam Leeuwen zelf is niet meer in het straatbeeld aanwezig; het universiteitsgebouw ‘de Leeuwenborgh’ en algemene begraafplaats Leeuwerenk houden de herinnering levend.

Tussen omstreeks 350 en omstreeks 900 was het grafveld op de hoek van de Geertjesweg en de Diedenweg in gebruik. Vermoedelijk waren de begravenen afkomstig uit de verschillende buurschappen van Wageningen. Andere vroegere buurstachaapen zijn De Peppeld (omgeving Wildekamp, Dolder (rondom de kruising Van Uvenweg/Churchillweg/Dolderstraat), Dolder of Thulere werd al in 838 genoemd, evenals Brakel (hoek van Julianastraat en Van Uvenweg).De verschillende buurschappen waren volgens eenzelfde principe opgebouwd: boerderijen rondom een gezamenlijke agrarische gebruiksruimte (brink)

Meer: Buurtschap Leeuwen Wageningen

 

De Wageningse Eng

Eng Wageningen

De Wageningse eng ligt tussen de bebouwde kom van Wageningen, Bennekom en de Veluwse bossen. Het is een eeuwenoud cultuurlandschap. Er wordt al meer dan duizend jaar landbouw op bedreven. Het is begonnen met kleine akkertjes, die eigenlijk steeds groter zijn geworden. Rond 800 kwamen de eerste nederzettingen, zoals De Peppel, Leeuwen, Dolder en Brakel. Van de Wageningse eng is nog een klein oostelijk deel over, het overige deel is nagenoeg vol gebouwd.

Vroeger werden er op de eng verschillende gewassen geteeld, waaronder rogge, aardappels en tabak. Tegenwoordig biedt de eng ruimte aan verschillende functies zoals paarden- en schapenweitjes, een aantal tuinderijen en heel veel volkstuinen. Ook wordt op verschillende plekken weer oude granen verbouwd voor het brouwen van speciale lokale biertjes.

Veel historische patronen van oude paden en verkavelingsstructuren zijn nog herkenbaar aanwezig. De van oost naar west lopende oude veedriften; de huidige Geertjesweg en Dolderstraat, de blokverkaveling en de oude wildwal langs de Zoomweg.

Kapel op de Westberg


Op een enigszins verborgen plekje op de Wageningse Berg, tussen de Holleweg en de Westbergweg ligt de oorsprong van Wageningen. Naast het grafmonument van Baron Constant Rebecque zijn resten te zien van een kapel. Alleen de twee westelijke hoeken van de kapel zijn nog zichtbaar.

Rond de 10e eeuw moet op de Westberg een nederzetting hebben gelegen. Toen in de dertiende eeuw in het centrum van het nieuwe Wageningen een kerk werd gebouwd, verloor de kapel zijn functie. Wel bleef deze heel lang een religieuze functie behouden. Tot omstreeks 1600 liepen Wageningers met St. Jan vanuit de stad in processie naar de kapel op de Westberg (zie kaartje). Een verbod daarop maakte er tijdens de Reformatie een einde aan.
Bij de viering van 750 jaar stadsrechten in 2013, blies muziekgroep Madlot met de St. Janstocht deze processie weer nieuw leven in.

Het grafmonument van de familie De Constant De Rebecque staat ongeveer ter plaatse van het koor van de oorspronkelijke kapel. Een tekst op het grafmonument verwijst naar de legende van het brandende wagenwiel. Volgens deze tekst voorspelden de priesteressen hier de toekomst door een brandend wagenwiel in een nog steeds bestaande gleuf (de Holle Weg) te rollen. Bleef het wiel tot beneden overeind, dan voorspelde dit een goed jaar of een goede afloop van de oorlog.

Meer:

Een Wageningse mythe: een verhaal vol feiten en fictie
Het mysterie van de Westberg
Geschiedenis Westberg
Sint Janstocht Wageningen