Droevendaal

droefboekje_4Droevendaal is een studentenhuisvestingscomplex gelegen aan de Droevendaalsesteeg in Wageningen.  Tussen 1977 en 1982 bouwde de Landbouw Hogeschool en Stichting Studentenhuisvesting (SSHW) hier respectievelijk 24 en 15 houten barakken voor tijdelijke bewoning. Eind jaren 80 is er een levendige en autonome cultuur van bewoning ontstaan met 90% vegetariërs en studenten uit de ‘groene’ opleidingen als biologie, tropisch landgebruik en bosbouw. Als de SSHW en Landbouw Hogeschool in 1991 besluiten tot sloop volgt een activistische strijd van de bewoners, met als positieve uitkomst dat het complex behouden blijft. De huidige 33 wooneenheden dragen nog altijd de geuzennaam ‘barak’ en bieden een thuis aan ongeveer 200 studenten.

Droevendaal, het begin

Midden jaren 70 doet de Wageningse Studenten Organisatie (WSO) fel haar beklag bij het bestuur van de Landbouw Hogeschool omdat deze te weinig doet aan de woningnood bij studenten. Het aantal nieuwe eerstejaars loopt elk jaar op en de SSHW houdt het met bouwen niet bij.

droefboekje_5
Droevendaal, jaren 80. Bron: ‘In gebonden anarchie’

De WSO dreigt met harde acties en wordt daarbij ondersteund door verschillende hoogleraren. Ook de hogeschool ziet wel in dat er snel iets moet gebeuren. In 1976 is er voor het eerst sprake van een ‘barakkenplan’, dat moet leiden tot de bouw van een tijdelijk studentencomplex. Het idee is om 24 houten barakken te bouwen op het proefveld aan de Droevendaalsesteeg  tussen de Mansholtlaan en de Wildekamp. De kosten voor dit plan zouden dan betaald worden door de Landbouw Hogeschool zelf. Van september 1977 tot en met 1978 worden inderdaad 24, als tijdelijk bouwwerk bedoelde houten barakken gebouwd met elk acht kamers, waarbij de WSO zich nog druk bemoeit met de constructiewijze door regelmatig zelf met de aannemer te bellen. Studentenhuisvestingscomplex Droevendaalsesteeg  – al snel afgekort tot Droevendaal of simpelweg ‘Droef ’ – is geboren.  In 1982 worden er door de SSHW nog eens 15 nieuwe barakken met zes kamers aan toegevoegd. Het begrip ‘oude’ of ‘nieuwe barak’ zal 17 jaar lang een begrip blijven op Droef.

Op Droevendaal beschikken de bewoners over iets dat weinig andere studenten gegeven is: ruimte! Het complex ligt ver van de stad, mist de massale en gestapelde opzet van de reguliere studentenflats en er is uitgebreid plaats om te tuinieren of te ondernemen. In het begin gaat het op Droevendaal  allemaal nog heel ordentelijk. De universitaire afdeling ‘Botanische Tuinen, Bouwgroen en Sportvelden’ verdeelt nog zelf de tuintjes onder de bewoners.  Die eerste jaren houden de Droevendalers zich ook netjes aan de afspraken, maar geleidelijk gaan zij, waar het uitkomt, stukjes van het open terrein erbij betrekken, of plaatst iemand zonder toestemming een rij wilgentenen, die in no-time uitgroeit tot een metershoge haag. Dan weer vertrekken mensen op stage – of als afgestudeerden – waardoor de tuintjes veranderen in een onbeheerde wildernis. Waar het beheer van de Hogeschool in eerste instantie nog probeert dit allemaal in goede banen te leiden en consequent maait of snoeit, raken zij samen met de SSHW– ongetwijfeld mede door bezuinigingen – langzaam de grip kwijt. Of anders gezegd, men gaat  steeds meer toestaan.

Het Droevendaalgevoel

Langzaam worden de verworven vrijheden deel van een subcultuur, die vanaf de jaren 90 steeds vaker wordt aangeduid met ‘het Droevendaalgevoel’. “Je gaat gemakkelijk bij je buren op bezoek, je eet samen, [er] zijn kampvuurtjes op zomeravonden. Het is gewoon een klein dorp”, vertelt oud Droef-burgemeester Linda Docter hierover in 2000 in het boekje ‘In gebonden anarchie’. Er is veel vrijheid: wie op een ochtend wakker wordt en denkt ‘ik wil een vijver in de tuin’, kan diezelfde middag nog beginnen met graven. Al snel lopen  er geiten op de grasveldjes en heeft elke barak zijn eigen kippen en katten. In sommige hoeken groeit een aardig bosje wietplanten. Het stereotype beeld van studenten van de Landbouw Universiteit als langharige jongens en meiden met zelfgebreide truien en dito sokken op bergschoenen wordt in de jaren 80 en 90 door de Droevendalers het meest van alle studenten belichaamd en zal latere studenten nog decennia achtervolgen.

mini-droefboekje002Maar er zijn ook nog andere bijzonderheden: elk SSHW-complex heeft een studentenvertegenwoordiger die contact met de SSHW onderhoudt. Dat was op Droef niet anders, maar hier krijgt deze al snel de titel ‘Burgemeester’. Ook krijgt het complex een eigen krantje, de Droevendalia, waarin nieuws en wetenswaardigheden over het complex worden verteld. En elk jaar in september is er het illustere Droef-feest, met optredens van vele bandjes en DJ’s uit de regio, een traditie die tot op de dag van vandaag voortleeft. En natuurlijk zijn er de bijnamen van de barakken, zoals Moebarak, de BinkenBunker, Postzicht tegenover de brievenbussen, de Watermeloen, vanwege het rode interieur en de groene buiengevel, Slootgravers BV en Dolby-C.

De naam van barak Dolby-C, is wat dit betreft wel een heel creatieve vondst, die een uitleg waard is. De bewoners delen namelijk hun barak met het kantoor van de opzichter van de SSHW, Martin Ruijs. De bewoners noemen zichzelf daarom ludiek ‘de Ruijsonderdrukkers’ en als gevolg daarvan heet de barak Dolby-C, een verwijzing naar het in die tijd bekende ruisonderdrukkingssysteem voor cassettespelers.

Actie voor het behoud van Droevendaal

Het leven op Droef lijkt dan wel onbezorgd en vrij, maar in 1991 slaat de stemming om. De Landbouw Universiteit heeft genoeg van de onrendabele exploitatiebegroting van het complex en de SSHW kijkt aan tegen de hoge kosten voor onderhoud van de inmiddels zwaar afgetakelde barakken die immers nooit gebouwd zijn om lang te blijven staan. Het Droevendaalgevoel gaat dan ook al lange tijd gepaard met de welbekende Droevendaalgeur van schimmel in je kamer en je kleding. Tot schrik van de Droevendalers valt  het besluit tot sloop, omdat de beheerders /eigenaren niet van plan zijn  de exploitatievergunning te verlengen. Begin 1992 wordt een huurstop ingesteld  Dit wordt het begin van een spannende tijd waarin de gemoedelijke anarchie van Droevendaal zich ook zou moeten bewijzen op de barricaden.

Bron: 'In gebonden anarchie'
Bron: ‘In gebonden anarchie’

In beeld bij de VPRO

Het eerste wat de bewoners verzinnen is om op slimme wijze via de VPRO zendtijd te bemachtigen door met zoveel mogelijk mensen lid te worden van deze omroepvereniging, waardoor leden via een speciale actie ruimte konden krijgen op de buis. Met deze uitzending trekt het complex landelijk aandacht nog zonder dat de problematiek echt aan de orde komt. Ook wordt de Werkgroep Behoud Droevendaal opgericht en beginnen de onderhandelingen met SSHW en gemeente en de gesprekken met de achterban. Hierbij vervullen de burgemeesters van Droevendaal een belangrijke rol. . Voor opeenvolgende  Droef-burgemeesters Eric de Greef, Linda Docter, Arnoud de Vries, Patrick Jansen, Menno van Zuijen en Maarten van Steenis  zal het gevecht veel van hun tijd vragen want ze worden geconfronteerd goed ingevoerde gesprekspartners bij de LU en SSHW

De lobby heeft effect

Na een spannend jaar waarin de toekomst van Droef aan een zijden draadje hangt, ontstaat eigenlijk vrij snel toch ruimte voor een plan tot ‘verlengde exploitatie’. Cruciaal  is de bijdrage van D66 wethouder Harry Geenen, die voldoende politieke steun weet te mobiliseren om behoud van Droef vanuit het bestemmingsplan mogelijk te maken. Droevendaal zelf heeft ondertussen ook de Universiteitsraad bewerkt en ook de SSHW begint te voelen voor behoud van het complex als onderdeel van een nieuwe huisvestingsstrategie met een meer gevarieerd woningaanbod. Eind 1992 gaat de gemeente overstag en staat de continuering van Droevendaal toe in een gedoogregeling op de bestemming als ‘proefveld’, want dit is de feitelijke bestemming van het terrein. Dit wordt in 1995 omgezet naar een definitieve woonbestemming.[1]  Dankzij de acties van de bewoners zal Droef blijven bestaan!

Leegstand, asbest en de sloop van zes barakken

Toch heeft deze overwinning voor de bewoners een bijsmaak, waardoor ze ook de komende jaren steeds het gevoel zullen houden dat er toch, ondanks het besluit, aan hun levenswijze wordt getornd. Al snel krijgen zij bijvoorbeeld te maken met leegstand, want de eerder genoemd huurstop blijft ook in 1993 van kracht. De SSHW wil vasthouden aan de sloop van de zes barakken die er bouwkundig het slechtst aan toe zijn, dus er moeten hoe dan ook mensen uit. Dit beleid wordt voor de bewoners voelbaar, want met minder mensen draaien de barakken nu eenmaal minder goed. Als reactie op de leegloop wordt het al snel gebruikelijk dat Droevendalers hun huur niet meer opzeggen bij stage of vertrek, maar illegaal gaan onderverhuren, zodat het formele aantal huurders niet langer daalt. In een latere fase laten ze ook krakers oogluikend toe in de lege kamers, al zouden de Droef-onderhandelaars nog lang ontkennen deze praktijk te hebben gesteund.

In 1993 gaan barak nummer 37 en 69 als eerste tegen de vlakte. Tot voordeel van de bewoners ontdekt Droef-burgemeester Docter asbest in het puin, waardoor de sloop van de andere barakken wordt uitgesteld. Hoofd onderhoud en exploitatie Geert Nicolai van de LU concludeert nors dat de bewoners het asbest alleen maar aangrijpen om de boel te vertragen.

Niet heel lang daarna worden nog eens vier barakken gesloopt. Alleen de betonnen fundamenten blijven achter in het terrein, maar verdwijnen door begroeiing al snel uit het zicht  tot zij in de nieuwsbouw worden hergebruikt.

Van behoud barakken naar behoud Droef

mini-droefboekje003
Bron: ‘In gevonden anarchie’.

Aan de onderhandelingstafel legt  Droef-burgemeester Patrick Jansen vanaf 1994 (tot 1998) als lobbyspecialist  samen met de bewonersvereniging steeds meer de nadruk op behoud van Droevendaal als complex, in plaats van alleen het behoud van de oude barakken. Niet alle bewoners staan hier achter want ze zijn bang dat zij met z’n allen eerst weg moeten vóór de eerste nieuwe barakken worden gebouwd. Ook vrezen ze dat Droef na de vernieuwing een tuttig bungalowpark wordt met rechte geknipte hegjes en ‘suffe AIO’s’ (PHD- studenten) met kinderwagens, die alom begrepen worden als het teken dat het leven voorbij is. Een kleine groep bewoners komt daarom zelfs in opstand tegen de eigen bouwcommissie.

In 1995 komt er ook nog protest vanuit andere onverwachte hoek. Wageningse milieugroepen starten een procedure  bij de Raad van State tegen de nieuwe woonbestemming. Volgens  hen staat een nieuw Droevendaal in de weg van de ecologische hoofdstructuur. Zoals later ook een landinrichter zou bevestigen lijkt Droef aan de oppervlakte door alle bomen wel een qua biodiversiteit rijke wildernis, maar is dit door eenzijdig beheer, overbemesting en eenzijdige beplanting helemaal niet het geval. De procedure bij de Raad van State zou de plannen uiteindelijk alleen vertragen, maar wel een onderbouwing geven om het nieuwe inrichtingsplan ook ecologisch vriendelijk te maken.

Duurzaamheid Centraal

In 1998 gaat de strijd om het behoud van Droevendaal haar  laatste fase in. Het besluit tot volledige nieuwbouw is inmiddels al genomen. De oude barakken zullen verdwijnen.  .  Het aantal bewoners ondertussen gedaald tot net boven de honderd.  “Toch hadden we niet het gevoel dat het leeg was”, vertelt een bewoonster over die periode. “Er waren wat lege kamers, en een paar barakken waren onbewoonbaar verklaard, maar de sfeer was er nog wel.”

De overgebleven bewoners gaan de strijd aan om invloed houden in de bouw- en inrichtingsplannen  en nemen actief deel aan de zeer betrokken bewonerscommissie. Frequent vindt er overleg plaats over de plannen maar dat gebeurt lang niet naar ieders tevredenheid. De architecten van Griffioen, landinrichter Van Eerenbeemt en ook de SSHW hebben er moeite mee dat de Droef-vertegenwoordigers alle keuzes in het bouwoverleg  eerst willen terugkoppelen naar de bewoners, waardoor een besluit vaak pas mogelijk is na een dag of tien. Aan de andere kant leidt de manier waarop de SSHW op haar beurt over het ontwerp communiceert tot wantrouwen en ergernis bij de bewoners. Een bewoonster vertelt: “Het was heel duidelijk voor ons dat de SSHW probeerde via het plan haar invloed sterk te vergroten op punten waar ze naar ons idee niks over te zeggen hadden. Ze grepen de nieuwbouw aan om bijvoorbeeld te eisen dat alles op het terrein aan een nieuwe nette sfeer moest voldoen. Dat leidde tot gekke dingen. We kregen bijvoorbeeld  een brief in de bus die zei dat ons kippenhok zou worden gesloopt, omdat het niet voldeed aan de eisen voor de nieuwe inrichting. Maar het is toch ons kippenhok en dus ons eigendom in onze eigen tuin?”

De bewoners maken er een sterk punt  van en na stevige discussie met de SSHW blijven veel kippenhokken alsnog staan. Op andere punten vinden de bewoners de invloed van de SSHW wel nuttig. Een bewoner die liever anoniem blijft merkte op: “Er zaten in op Droef op het eind nog heel wat ‘ouwe lullen’ die niet meer studeerden en er echt al te lang zaten. Dat de SSHW er hard op inzette dat die mensen niet terug kwamen, heeft de boel flink opgefrist en is de sfeer in het nieuwe Droef sterk ten goede gekomen.”

Er wordt  gekozen voor nieuwe ‘stenen barakken’ met een zadeldak met in elke barak een grote centrale keukens  Als de bouw van het nieuwe Droef na 2 maart 1999 eindelijk start weet de bouwcommissie nog net kozijnen te onderscheppen die tegen de afspraken toch in tropisch hardhout worden geleverd.

Het nieuwe Droef

In april 2000 wordt het nieuwe Droef geopend. De Wageningen Universiteit, SSHW, de gemeente en zeker ook de bewoners keken terug op een lange en soms felle strijd, maar met een voor alle partijen gunstige uitkomst. Voormalig PUDOC-kraker en journalist Arno Boon mag er van de SSHW zelfs een boekje over schrijven waarbij hij de oud-Droef-burgemeesters uitgebreid interviewde.

Een deel van de oude bewoners keert terug naar hun nieuwe thuis, dat ook in zijn stenen uitvoering de geuzennaam ‘barak’ zal behouden. Ook de dieren komen terug op Droef. De jaarlijkse telling van huisdieren op de website van het complex telt in 2006 alweer 74 kippen, 41 katten, 6 konijnen en één hangbuikzwijn, naast vele exotische in aquaria gehouden geleedpotigen. In 2016 is het aantal kippen alweer verdubbeld. Opvallende afwezige in het rijtje terugkerende huisdieren zijn de geiten, maar ook de geitenwollen sok siert het Droevendaalse straatbeeld wat minder dan in de dagen van weleer. Tijden veranderen.

Door de wijzigingen in visie bij de WUR zal in de jaren na de opening vrijwel de gehele universiteit zich verplaatsen van o.a. de  en de Costerweg naar een nieuwe campus aan de Droevendaalsesteeg. In plaats van een afgelegen locatie ver van het centrum, verandert Droevendaal hierdoor in een hippe groene oase in het hart van de universiteit met een groot aantal internationale bewoners. Ook nieuw is dat de bewoners het coöptatierecht hebben verkregen: ze mogen zelf hun nieuwe bewoners kiezen als iemand vertrekt. Het traditionele Droef-feest wordt ook in het nieuwe Droef gevierd zoals vanouds, al vraagt de organisatie tegenwoordig wel netjes een evenementenvergunning aan bij de gemeente. Wie anno 2016 op het spektakel rondloopt op Droevendaal, herkent tussen alle jonge studenten nog steeds heel wat ouwe koppen van mensen die nog even terug zijn gekomen om te kijken wat er na alle strijd in de jaren 90 van hun Droef is geworden.

Bronnen

Boon, A., 2000. In gebonden Anarchie. Droevendaal 1977-2000. Van Strijdpunt tot Speerpunt. Stichting Sociale Huisvesting Wageningen

Enkel bewoners (op verzoek anoniem geciteerd)

www.droevendaal.nl

www.wikipedia.nl

Youtube en Filmpjes.nl

Noten

[1] De provincie verklaart deze regeling echter ongeldig, waardoor de gemeente gedwongen is in 1995 de bestemming van het terrein toch van ‘proefvelden’ naar ‘bewoning’ om te zetten. Dit is natuurlijk gunstig voor Droef.

Datum tekst: oktober 2016.

3 gedachten over “Droevendaal”

  1. Leuk stukje, alleen de meest recente ‘geschiedenis’ lijkt niet al te veel op feiten te zijn gebaseerd: er zijn namelijk tegenwoordig wél geiten, maar er was dit jaar géén Droeffeest…

    Beantwoorden
    • Oh maar ik ben er toch ook zelf nog geweest een paar jaar terug. Dat lijkt me dan toch een zeer feitelijke waarneming. 😉 Maar uiteraard zijn er dingen veranderd en weet ik dat er ook steeds problemen zijn met de vergunning, helaas. Dank voor de aanvulling!

      Beantwoorden
  2. Gaaf artikel!
    Heb mooie herinneringen aan die tijd op Droef.
    Eerst als bezoeker. Veel barakken stond de deur altijd gewoon open ♥︎★★★!!
    Later als bewoner.# jaartjes als (6 kamer) Barakbewoner. (pre-‘steentijd’ in de 90-ties.
    ♣︎♧♣︎Véél groen met zelf ontstaande paadjes. Dieren kwamen vanzelf ! Geen kale ‘Concrete Jungle’ SSHW
    Samenwerking/organisatie/acties/enmeer ging vanzelfsprekend.
    Paradijsvogels,intellectuelen,muzikanten, en maatschappij kritisch denkenden….
    Mensen met een echte identiteit!
    (álles pré-digitaal en bijna geen TV ontvangst ! )

    Beantwoorden

Plaats een reactie