Anagram Schrijversharten

‘SPELEN MET DE TAAL IS AANSTEKELIJK’.

Schrijversharten stond met het anagramspel op drie locaties in de Wageningse binnenstad tijdens het Leeffestival op 28 juni. Schrijversharten is het collectief van de Wageningse schrijvers Martijn Adelmund, Annie van Gansewinkel en Laurens van der Zee.

Anneke Rot en Laurens van der Zee zijn de bedenkers van het anagramspel, ze gaan ervan uit dat er honderden zinnen mogelijk zijn met deze 29 letters, een aanzetje:

  • Een man klikte iele stadsplaatjes
  • Die kale maat stak ijslepels in eten
  • Akelei, dat is een plant met slakjes
  • Een dame eist als klant je pils
  • Kate/Kees lijnt: eet alles met pindakaas

Iedereen kan natuurlijk thuis verder puzzelen op de mogelijkheden. Elke letter mag maar een keer worden gebruikt. Vital Robat van het Leeffestival maakte daarvoor een ‘bouwpakketje met alle letters’. Spelregels:

  • Alle letters moeten gebruikt worden
  • Geen afkortingen gebruiken
  • Namen mogen, maar moeten wel gangbaar zijn
  • Namen van landen en plaatsen mogen

Als je een zin hebt, vul deze dan hieronder bij reactie in …

1 gedachte over “Anagram Schrijversharten”

  1. Op het Leeffestival zijn door jong en oud in een feestelijke stemming bijna 80 anagrammen gemaakt. Op die dag hebben ook bewoners van Rumah Kita meegedaan aan dit anagrammenspel. Ook vrijwilligers van Schrijversharten hebben op die dag, of eerder, met hulp van Anneke Rot anagrammen gemaakt om de mogelijkheden van de zin te onderzoeken. Kleine complicatie: In hun enthousiasme hebben de vrijwilligers van het Leeffestival in één van de drie grote lettersets drie letters ‘l ‘ teveel geschilderd. Daardoor hebben enkele mensen tijdens het festival zinnen gemaakt die teveel letters bevatten. Deze zinnen hebben wij aangepast met behoud van zoveel mogelijk van de originele woorden. De hele oogst plaatsen wij hieronder. Later hebben mensen nog per mail anagrammen naar Schrijversharten gestuurd. Ook die zullen een plaatsje krijgen in deze lijst. Inzendingen blijven welkom. We zijn benieuwd hoe ver we zullen komen met onze zin ‘Spelen met de taal is aanstekelijk”. En dat is het!
    NB Schrijf- en telfouten voorbehouden. In de loop van de tijd zullen wij alle inzendingen nalopen.

    1. Dit teken is: steek alle lampjes aan
    2. Elk mens laakt iets in plaatsje Ede
    3. Je maakt die stapel lakens niet, Els
    4. Die ene plakte lijm aan staketsels
    5. Een man klikte iele stadplaatjes
    6. De man eet slaatjes en slikt plak ei
    7. Een lakei at stel slakjes met pinda
    8. Kees lijnt: eet alles met pindakaas
    9. Pils smaakt niet als je kandeel eet
    10. Een dame eist als klant je pils, Kate
    11. Een kameel likt tijdens slaap saté
    12. Slanke dame steekt lepel in ijs, Aat
    13. De kale maat stak ijslepels in eten
    14. Melaatse stikt alleen in de kapjes
    15. IJdelste kapelaan kniest meestal
    16. Kale Leen is ijdel en staakt met sap
    17. Te kalme Kees na spijt in de taalles
    18. Een del pakte iets kalm in: slaatjes
    19. Dit malse sletje Annie pakt Kees al
    20. Akelei, dat is een plant met slakjes
    21. Dik plast mee in een laatste klasje
    22. Stik, je laat iemand elke pas stelen
    23. Tel niet als ik de lampjes aansteek
    24. Jee, Mien stal de laatste kniespalk
    25. Ja, Nel speelt met lade’s in Ikeakast
    26. Ai, die leek spant lakens met latjes
    27. Kijk dame, Els eet sla en slaapt niet
    28. De stille paljas steekt me aan, Niek
    29. Je stikt eens in de malse paëlla, kat
    30. De lapjeskatten aten elk mais, Mies
    31. Kale Siamese katten spelen altijd
    32. Niek slaapt al met Keesje in de stal
    33. Pas stalkte iemand je telkens, Alie
    34. In kalm plaatsje Ede is net kasteel
    35. Meisje likt kaas en An steelt de lap
    36. Kakdame sleept een sjaal in stilte
    37. Ene Klaas mestte je kip al in de stal
    38. Kak in een plee, dat is je stalmest
    39. Die Kees maakt laatste lijnenspel
    40. Klas metselt paleisje niet aan dek
    41. Ideale Pa smikkelt laansteentjes
    42. Dat lekke slipje is meestal net aan
    43. Eet! Je stinkkaas smelt in de paëlla
    44. Klaas, speel met Kees in dit laantje
    45. Naakte dame slikte as en pilletjes.
    46. Neem die platte tasjes, linke Klaas (Rumah Kita)
    47. Pak allemaal die steentjes en stik! (Rumah Kita)
    48. Milan staat steeds in je Kapelleke (Marlies)
    49. Lakei plaste staande in melksetje (Annie en Anton)
    50. Als je dealt steel ik piment en kaas (Ricky)
    51. Ik dans met een iel pastel laktasje (Annie en Anneke)
    52. Ik, Diana, bel snelle petjes met kaas (Fam. Zwiers)
    53. Te pikante slaatjes met slak delen (Leni, Martijn)
    54. Ma ik lees niet de laatste plankjes (Anneke)
    55. Pien meldt: Ikea-sale, stalen kastje!
    56. Jet Pindakaas telt als kei snel mee (Coen)
    57. Als die kattenpiet je slaat: smeken! (Martijn)
    58. Ka als kapsel meet je in latje dienst
    59. Klasse kapiteintje, sla met nadeel!
    60. Als edele Mina lat in pakjes steekt
    61. Ik plaats dat kleine stalen meesje (Daniël)
    62. Stalk mee als je dat in paniek leest (Eric)
    63. Ik pak alleen een tas als je dit mest (Mick)
    64. De lama pestte de kaasslet in een lijk (Douwe)
    65. De kale piemels jatten Satans klei (Mick)
    66. Ik teel al paniek met stalen dasjes (Franziska)
    67. Kale pietje met sik danste als Lena (An)
    68. De kaas splijt meteen als ik Leen at (Paulien Abma)
    69. Ja, kale Kai telt met sissen de palen
    70. Stalen les-aak miste kadepleintje (Martijn)
    71. Je pakt een lakei slissend met taal (An)
    72. Kaas slikte en eet spijlen met Ada (Annouk, Diede, Merit)
    73. Jelle neemt daas kleine tapaskist (Martijn)
    74. De kille slak staat met pa en een ijs (Annouk)
    75. Slissende Jaap keek te laat met Lin (Eline)
    76. Steel pelikanen als je meid staakt (Pim)
    77. Dank Lea! Spaanse eist lijk met eelt (Martijn)
    78. Je lid kan een plas met staakie, slet!
    79. Slakje met kennis at dieetpaella (Karel Houtbelkers)
    80. Kees klimt in de sleetse plataan, ja (Karen en Rienke)
    81. Kaap massale tijden, een stilte lek (Nynke Hospes)
    82. Ik laat alle sletjes samen Ida pesten (Gabriël Enkelaar)
    83. Elsje kamt de kat en slaat Lies, Pien (Nikki 10 jaar)
    84. Die kleine speelman stalt staakje (Herma Barnhoorn)
    85. Kees tilde lastpakje in maansteen (Corrie)
    86. Een steil plakse salade smakt niet (Robbin R.)
    87. Een kleine kas past meestal altijd (Irene)
    88. Mai plakte in de allee nestkastjes (Anneke)
    89. Ja, manke Aat kiest stil leed spelen (Cheriëtte, Carol, Bart, Marijke, Marlies)
    90. De kiep laat malle keitjes stansen (Geertje en Berend)
    91. Melde, Skip, laat niet je kaas stelen! (Hilde 15 en Lieke 15, en anderen)
    92. Stil smakte ik na de paal een sletje (Ton)
    93. Altsje kletste sake in een dialamp
    94. Een taal splitst je smaak in de keel (Annet van Betuw)
    95 Lam eendje stapt en slikt sake, Alie (SDven, Chris, Kitty & co)
    96 Je danste met kilt als een kale pias (Martijn & Judith)
    97 Plantje smaakt als die steel, Niek (Jos Boeren)
    98. In elke klassemaaltijd paste eten (Yolanda en Nynke)
    99 Dit lelijke stel pakte samen es aan (Henk Tolman)
    100. Mika leest alle stapjes en denkt ‘Ai!’ (Anneke & Marcel)
    101. Ja, laat natte seks en slik de pil mee (Kees)
    102. Kneed stil aan stijl, steel, kaap mee! (Mo)
    103. Die kale Klaas wenst je stapel niet (An)
    104. Lees, de knaap steelt mijn kies-taal (Anneke ms Rebocada)
    105. De slak telt tien pakjesei en lama’s (Nanno)
    106. Lisa, Jelte miste de plak tenenkaas (Johan en Leida)
    107. Kim, de ijsplaneet steekt alles aan (Marjel, Leonne & Silke)
    108. Pa, je man Klaas stekt de tien lelies! (Anne-Mieke & Caro)
    109. Ik staak mijn spel en eet alle dates (Liz)
    110. Kees met Dali en Aat stelen plak ijs (Gert, Diny)
    111. Altijd leip en met klasse kaas eten (Floor & Roos)
    112. Kletsend slaat Piet-Kees Janie lam (Geert, Corrie en Twan)
    113. Lid Stelle maakte tien nepkaasjes (Floor & Imke)
    114. Kate is mede een Latijnse plaklast (Willem, Peter, Nelleke)
    115. Katlek is mede een Latijnse plaats (Willem, Peter, Nelleke)
    116. Een dik laatje stamelt sip ‘een slak!’ (Astrid)
    117. Een kits keepje slaat lam in de stal (vrij naar Homerus) ®.
    118. Dan leest mijn taaie kapsel : ‘Stekel!’ (Jorith en Anique)
    119. Ik, Lena, meet dat ene slipslaktasje (Anna)
    120. Jessi slaat met een dikke platenla (Douwe en Mick)
    121. Iemand stal en klapte elastiekjes

    De volgende zinnen zijn na het Leeffestival door thuispuzzelaars gemaakt en ingestuurd.:

    122. Een smid spelt aanstekelijke taal (Annet van Betuw)
    123. Taalliedjes pakken meestal niets (Annet van Betuw)
    124. Smaakliedje steelt kien plaatsen (Annet van Betuw)
    125. Taaie slakjes pletten de malse kin (Annet van Betuw)
    126. Malse slakjes pletten de taaie kin (Annet van Betuw)
    127. De slakjes piekten meestal laat in (Annet van Betuw)
    128. Ellien maakte steek tijdens slaap (Annet van Betuw)
    129. Til samen de laatste kleine pakjes (Ronnie van Kempen)
    130. Eens maal ik je spelt in dat kasteel (Ronnie van Kempen)
    131. Saskia speelt altijd met een laken (Ronnie van Kempen)
    132. Saskia kletst al met je pa en die Nel (Ronnie van Kempen)
    133. Ik eet elke maand Satans pilletjes (Ronnie van Kempen)
    134. Een aapje in de kast met lek las stil (Tara, dochter van Ronnie van Kempen))
    135. Kees maakt pasta’s en lillend eitje (Rivka en Ella)
    136. Te pikant smaakje die lentesla, Els! (Anneke)

    Beantwoorden

Plaats een reactie