Ooit kleurde Dolf het straatbeeld. Voor mij was hij Dolf, hoewel ik nooit met hem heb gesproken. Voor anderen was hij de Vogelman of de Poppenman. In 1999 overleed hij.
In mijn herinnering liep hij altijd in een lange bontjas en had hij een woeste baard. Hij leek met wakkere en zachte blik de wereld in te kijken vanachter zijn grote brilmontuur, maar wat hij werkelijk zag, ik heb geen idee.
Er zijn vast mensen die meer weten over zijn achtergrond en misschien willen ze hun herinneringen hier delen.
Ik heb de indruk dat paradijsvogels als Dolf schaars zijn geworden in ons gereguleerde land. Destijds werd zijn onderkomen gedoogd in het verwilderde plantsoentje van de Gerdesstraat, geruggesteund door de achtergevel van de katholieke kerk. Hij huisde er in een soort aarden iglo (of was het een rioolbuis?)die hij decoreerde met planten, al dan niet van plastic.
Toen ik in 1997 op Corsica met vakantie was, kwam zomaar ineens Dolf in mijn gedachten en schreef ik het volgende gedicht:
Dolf
Mieren op het bergpad
versieren nijver
de ingang van het nest
met bloemblaadjes.
En ik denk aan Dolf,
aan zijn versierde entree.
Een fleurig welkom
voor bezoekers
die nooit komen.
Door: Annie van Gansewinkel