Het Vestingswerk


Wageningen is een oude vestingstad. Als je in de stad rondloopt is dat niet overal even zichtbaar. Maar kijk je op een oude kaart of plattegrond dan zie je dat de oude binnenstad de karakteristieke vorm van een verdedigingswerk heeft, zes bastions en twee toegangspoorten met daaromheen een gracht.

In 1263 kreeg Wageningen, alhoewel het een klein nederzetting was, stadsrechten. Vanwege de strategische ligging aan de Rijn was het achterliggende idee om er een vestingstad van te maken. Zodoende werden niet alleen de burgers van de stad beschermd maar kon ook een groter gebied gecontroleerd kon worden.

Wageningen is vaak belegerd. De vestingwerken hebben door de tijd heen dan ook veel veranderingen ondergaan. In de jaren ‘60 zijn ze grotendeels gesloopt en is ook een deel van de gracht gedempt. De stadswallen zijn deels omgevormd tot groene parkachtige gebieden zoals het Emmapark, het Plantsoen en het Torckpark en deels dienen ze als parkeerplaats; de Straelenstoren, de Gevangentoren en het Rijnbolwerk. Inmiddels is er een groep bewoners actief om het gedempte deel van de stadsgracht weer in oude luister te herstellen.

Meer: Platform Stadsgracht Wageningen 

 

Muurreclame Hoogstraat

Op de hoek van de Molenstraat en de Hoogstraat in Wageningen zijn sinds 2012 de muurreclames te zien die zich daar een eeuw geleden bevonden.

Jarenlang was de oorspronkelijke muurreclame verborgen achter een pleisterlaag. Door de vervanging van deze muur dreigde het oorspronkelijke straatbeeld verloren te gaan. Op initiatief van bouwhistoricus Bart van Aller is de oude reclame minutieus gedocumenteerd en opnieuw aangebracht.

Uit de publicatie ‘Tekens aan de wand’ een passage uit Van Aller’s tekst:

Buiten de beperkte reclame in de krant ontstond rond 1900 de buitenreclame, een beproefd middel om een winkel of bedrijf aan te prijzen. Het maken van muurreclames werd een groot werkgebied waarvoor zelfs gespecialiseerde reclameschilders, opleidingen en boeken met voorbeeldletters bestonden. Tussen 1900 en 1940 bereikte de geschilderde reclame zijn hoogtepunt.Helaas is het aantal geschilderde buitenreclames de afgelopen jaren in Nederland sterk afgenomen. Vaak ook werden ze gewoon overgeschilderd, waardoor ze juist goed geconserveerd werden!

Begin 20e eeuw zat hier de zaak van S.W Laarhuis “Au Louvre”, magazijn van glas- en aardewerk en bovenal met “Steeds de nieuwste Souvenirs”. Misschien zit deze tekst er ook nog onder. Waarschijnlijk is het initiatief om op deze muur vlakken te gaan verhurende heer Laarhuis zelf gekomen.

Vanaf deze plek zijn ook een aantal fraai herstelde historische winkelgevels te zien, w. o. die van Hotel Oranje

Meer: 
Historische muurreclame Wageningen weer te zien

 

Tichelgaten in de Wageningse uiterwaarden

Onderaan de Westbergweg vind je een heel reliefrijk uiterwaardengebied.

In de zomermaanden is het niet erg zichtbaar door de vele opgaande begroeiing maar zodra de herfst haar intrede doet zie je allerlei hogere en lagere heuveltjes met daar tussen, als het water hoog staat, plassen in verschillende vormen. Het is een typisch verschijnsel dat zich veel voordoet in gebieden waar steenfabrieken stonden. Door de winning van klei ontstonden allerlei gaten. Afhankelijk waar de klei voor werd gebruikt spreken we van tichelgaten of kleiputten.

Een kleiput of een tichelgat?

De namen worden veel door elkaar gebruikt. Als je kijkt naar de ontstaansgeschiedenis is er toch sprake van een verschil. Wordt de klei gebruikt voor het herstel, ophogen of onderhoud van winterdijken dan noemen we de gaten kleiputten. Wordt de klei echter gebruikt in steenfabrieken dan spreken we van tichelgaten. Het woord tichel is afgeleid van het Latijnse woord tegula wat dakpan betekent. De afgravingen in Wageningen stammen uit de 60’er jaren van de vorige eeuw toen er nog veel steenfabrieken stonden.

Door al deze afgravingen bleven er in de uiterwaarden allerlei verschillend gevormde diepe en ondiepe met water gevulde gaten achter waar zich in de tijd hele interessante biotopen voor allerlei planten en dieren hebben ontwikkeld.

Eendenkooi Binnenveld

Midden in het Binnenveld ligt een bosje langs de Grift. Als je er langs fietst valt het niet op, pas vanuit de lucht wordt de vorm van een eendenkooi zichtbaar.

Een eendenkooi bestaat uit een plas waar enkele smalle sloten op uitkwamen. In deze vangpijpen, voorzien van rietschermen, kunnen eenden gelokt worden. Om overvliegende eenden te lokken hield de beheerder op de kooiplas een aantal gekortwiekte ‘staleenden’ die hij dagelijks voerde. Die waren gewend aan de kooiker met zijn kooikerhond.

Het geheel van kooiplas en vangpijpen is omgeven door het kooibos. Vaak zijn in deze bossen hakhout en knotbomen te vinden. Eendenkooien zijn vaak omgeven door een sloot en soms is er nog een kooikerhuisje aanwezig. Eendenkooien zijn typisch Nederlandse elementen, ontstaan in de late middeleeuwen. De kooien werden in voorgaande eeuwen aangelegd om wilde eenden te vangen voor consumptie.

Vroeger waren er in het Binnenveld meerdere eendenkooien: op een kaart uit 1655 zijn twee andere ‘vogelkoijen’ ingetekend.

De Grift waar de eendenkooi aan ligt, is een oud kanaal dat al in de 15e eeuw in opdracht van Bisschop David van Utrecht is gegraven. Voluit heet dit water dan ook de ‘Bisschop Davidsgrift’. De belangrijkste reden om het te graven was de turfwinning.

Meer:

Nieuwe Natuur in het Binnenveld / Gelderse Vallei 
Natuurontwikkeling in het Binnenveld

Buurtschap Leeuwen

Leeuwen is een oud buurtschap dat vrijwel geheel is opgegaan in de bebouwing van de stad. Het centrum van de buurtschap, de brink, is ten dele bebouwd met restaurant ‘Het Gesprek’ en wordt gesplitst door de Mansholtlaan (vroeger nog een zandpad, de Lage Steeg).
Ook het met bomen beplante gedeelte op het terrein van studentenflat Hoevestein is een onderdeel van deze brink. De bij de brink behorende kolk ligt nabij restaurant ‘Het Gesprek’, op de hoek met de Bosweg. De Bosweg is één van de oude wegen die naar de akkers van Leeuwen, de Leeuwereng leiden.

De naam Leeuwen zelf is niet meer in het straatbeeld aanwezig; het universiteitsgebouw ‘de Leeuwenborgh’ en algemene begraafplaats Leeuwerenk houden de herinnering levend.

Tussen omstreeks 350 en omstreeks 900 was het grafveld op de hoek van de Geertjesweg en de Diedenweg in gebruik. Vermoedelijk waren de begravenen afkomstig uit de verschillende buurschappen van Wageningen. Andere vroegere buurstachaapen zijn De Peppeld (omgeving Wildekamp, Dolder (rondom de kruising Van Uvenweg/Churchillweg/Dolderstraat), Dolder of Thulere werd al in 838 genoemd, evenals Brakel (hoek van Julianastraat en Van Uvenweg).De verschillende buurschappen waren volgens eenzelfde principe opgebouwd: boerderijen rondom een gezamenlijke agrarische gebruiksruimte (brink)

Meer: Buurtschap Leeuwen Wageningen