Ad Rietveld

Tekenaar en schrijver

Adrianus Leendert Nelis (Ad) Rietveld werd op 9 augustus 1932 op het adres Onder de Bomen in de gemeente Renkum geboren. Enkele weken na zijn geboorte verhuisde het gezin naar een woning op het landgoed Oranje Nassau’s Oord, waar vader Rietveld werkzaam was.
In de zomer van 1945 kwam het gezin Rietveld in Wageningen wonen.
Ad Rietveld werkte vanaf zijn dienstplicht als thematisch tekenaar op het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding. (I.C.W.) Dit instituut was vanaf 1967 tot 1992 gevestigd in het Staringgebouw.

Al bij de oprichting in 1973 werd Ad lid van de historische vereniging Oud-Wageningen en was vele jaren actief als vrijwilliger, tekenaar, schrijver, bestuurslid en redactielid.
Ad was medeauteur van diverse uitgaven van de ‘Historische Reeks’ van de vereniging.
Eveneens van zijn hand verscheen in 1993 ‘In Pen en Inkt I’ en deel II in 1998. Gevolgd door ‘Wageningen een goed gevoel’ (2000) en ‘Zwerftocht door Wageningen’ (2001)
Door de redactie van ‘De Veluwepost’ werd hem in 1993 gevraagd artikelen te schrijven voor de rubriek ‘Achteraf bekeken’. Deze artikelen zijn later gebundeld in twee boeken Achteraf Bekeken I, Wageningen, brandende wielen en hete hangijzers 1999 en Achteraf Bekeken II, Wageningen, ijverige handen en Koninklijke feesten in 2006.
Op 10 mei 2005 werd door de historische vereniging het boek ‘Wageningen in Oorlogsbrand’ gepresenteerd, geschreven door Ad Rietveld. Het resultaat van jarenlang onderzoek.
Eveneens in 2005 verscheen: ‘Wageningen in tekeningen’ naar aanleiding van 150 jaar Veluwepost.
Een uitgave vol historische gebouwen in uiterste perfectie uitgetekend.
Voor zijn vele verdiensten en activiteiten voor de historische vereniging Oud-Wageningen werd hem in 1997 de wisselplaquette uitgereikt.
Op 6 april 1998 werd hij tot erelid van de vereniging benoemd.
Op 12 september 1998 ontving hij uit handen van burgemeester Sala het Wagenings Erezilver.

Adrianus Leendert Nelis Rietveld overleed op maandag 30 juli 2007 op 74 jarige leeftijd. Op zaterdag 4 augustus werd hij onder grote belangstelling begraven op algemene begraafplaats “De Leeuwerenk” te Wageningen.

Bronnen:
J.A. Rietveld-Beekhuizen
Archief historische vereniging Oud-Wageningen

Door: H.M. Bitter

 

Scheve Kees

Kees Mulder was in WW II verzetsstrijder van het eerste uur en was erg actief samen met Dien Veenendaal-Meurs, beiden hebben ook veel samengewerkt.

Kees bracht neergeschoten vliegtuigbemanningen en ontsnapte krijgsgevangen in de jaren 1943 – 1945 over de Rijn terug naar de eigen troepen in de Betuwe. Hij moest deze mensen meestal even onderbrengen voor de kust veilig was om ze over de Rijn  te brengen. De grafkelder van de familie Hesselink van Suchtelen was zijn schuilplaats voor de Duitsers die zich niet waagden in een grafkelder, daar komt bij dat hij het uitzicht had op de toegang van de begraafplaats en een deel van de Buissteeg zo zag hij ze al van verre komen en konden zij zich tijdig in de schuilplaats terugtrekken.

Grafkelder van de fam. Hesselink van Suchtelen van hieruit kijk je naar de ingang van de begraafplaats.

Vaak werden de ondergedoken vliegbemanningen aangevoerd door Dien Veenendaal-Meurs die met haar paard en wagen, waar zij de mensen verborg onder het hout wat zij moest vervoeren van en voor de Duitsers, zo kon zij ze dan ergens in het bos overdoen aan Kees. Er wordt ook gezegd dat zij een schuilkelder achter op de begraafplaats hadden kort bij de wielerbaan gegraven, door Hent Caspers en zijn mensen ik heb Kees daar nooit over gehoord als hij aan de koffie zat bij ons thuis en vertelde wat hij alzo had gedaan en meegemaakt en vaak doodsangsten uitstond. Hij liep altijd wacht op de begraafplaats en had een doorgeladen stengun onder zijn jas. Op een avond gingen mijn vader en Bertus van Schaik naar het land tussen de begraafplaats en de wielerbaan, het was net spertijd geworden en er kwamen vliegtuigen over, zij waren op de begraafplaats toen er plotsklaps iemand met een stengun gericht voor hen stond en met een ferme gvd Willem en Bertus dat scheelde niet veel of ik had jullie kapot geschoten. Daar zat de schrik er dus goed in aan beide kanten, zij hebben toen afgesproken als ze weer naar het land zouden gaan dat ze dan een deuntje zouden fluiten een bekend lied wat bij de Duitser niet bekend was dan wisten zij allen dat het goed was er werd om de zoveel tijd een ander lied gekozen om niet herkend te worden. Als de kust veilig was ging Kees zijn mensen wegbrengen nooit grote aantallen dat gaf teveel risico dus op de fiets of lopend gingen zij dan richting Rijn. Vaak werd het kleine veer gebruikt bij huize “de Wolfswaard”, was het er niet veilig genoeg naar zijn zin werd een andere plek gezocht om iedereen over te zetten met een roeibootje en lappen om de roeispanen.

Deze verhalen van Kees Mulder die een goede vriend des huizes was zijn mij altijd bijgebleven het waren heldendaden die zij verricht hebben in deze moeilijke tijden.

Het is jammer dat Kees en Dien nooit vermeld zijn in diverse boeken die uitgebracht zijn ik noem er één Kleine Kroniek van het verzet in Wageningen over de periode 1940-1945 door Frans van der Have waar Kees zijn naam heel zijdelings in voorkomt, dit boekwerk is geheel gericht op de gereformeerde verzetsgroep en dat is jammer ook anderen hebben zich bewezen in WW II.
Het meest frappante is dat Kees van de Amerikanen wel een onderscheiding voor bewezen moed heeft gekregen en pas vele jaren na de oorlog kreeg hij hier een onderscheiding dat heeft Kees zelf nooit zo erg dwars gezeten zij hij zelf altijd.

Kortom het was een fijn iemand om mee om te gaan ik heb nog met een zus en een nicht van hem zitten brainstormen over wat hij allemaal heeft gedaan zijn zus was al veel kwijt over deze beroerde tijden. Als je in Wageningen naar Kees Mulder vroeg kende bijna niemand hem maar vroeg je naar de scheve Kees wist iedereen wie dat was.

Tot slot als er mensen zijn die een foto van Dien Meurs hebben zou ik die graag willen kopiëren er zijn geen foto’s van haar als één van haar met de groentekar en paard Poppie.

Graf Kees Mulder

door: Willem Ruisch