De man met de rooie pet

Aan de bar in Terminus zat ik heel lang geleden te praten met Ries. U kent hem nog wel. Hij woonde in Rustenburg en reed vaak buiten in een elektrische kar, met vóór in zijn mandje zijn hondje. We zaten na te praten over mijn optreden in Rustenburg met een programma over vroeger. Aan de hand van oude beroepen zoals de tonnetjesman met de “Boldootwagen”, de porder en de kolenboer had ik het ook over de kwitantieloper gehad. De man in leren jas en dikke handschoenen die met zijn leren schoudertas meestal op de fiets de huizen langs ging. Hij moest daar geld ophalen voor de huur, maar ook het geld voor het “dooienfonds”. Er gonsde een “Oh ja” door het publiek.
Maar daar in het café was Ries aan de beurt met het vervolg: “Ja, maar wat nog erger was: soms konden de mensen niet betalen, en dan kwam in Wageningen “de man met de rooie pet” langs. En dan wist iedereen dat je schulden had”. Toen zuchtte hij en nam een slok van zijn borreltje.

Door: Anneke Rot

 

De oorsprong van damesrugby in Noordwest Europa

Tijdens het eerste lustrum van rugbyclub Wageningen in 1975 speelden de heren van rugbyclub Wageningen een wedstrijd tegen de Eindhovens studenten van Rugbyclub the Elephants. Omdat de vriendinnen van de spelers van beide teams het ook wel leuk leek om eens te rugbyen, speelden zij ook een wedstrijd. Het bleek de eerste damesrugbywedstrijd in Europa. De dames hadden de smaak te pakken en bleven trainen en ook in de andere steden kwam het damesrugby op. Hoewel de Nederlandse Rugbybond in eerste instantie negatief stond tegenover het in competitieverband spelen van damesrugby, werd in 1981 dan uiteindelijk de damesrugbycompetitie gestart. De dames van Wageningen begonnen welvarend en werden de eerste vijf jaar vier maal landskampioen. Tegenwoordig is het damesrugby in Nederland nog steeds springlevend en zijn er 5 divisies. Ook internationaal is het Nederlandse damesrugby doorgebroken. In 2016 is rugby een olympische sport en de Nederlandse dames behoren internationaal tot de top. Mocht de Nederlandse dames dan ook in Brazilië met een medaille op het podium staan, weet dan dat het begon op een Wagenings rugbyveld in 1975.

Door: L.G. Veldman

Het “WAGENINGSE” volkslied

(melodie op: “aan de voet van de oude Wester”)

Refrein

Lieve mensen hoor ons nu toch eens zingen
over de Berg en de Buurt en de Markt
Van ons zo geliefd Wageningen,
want dat trefi ons toch diep in het hart

Ik kan wel janken als ik door de stad ga,
wat zijn ze toch alles aan ‘t doen
Het lijkt wel of alles nu plat gaat,
de Lawickse Allee, het Plantsoen
Waar is nou de tram, waar is Bello
en waar is ook Au Bon Marche
Ik zie daar de Stadsbrink, de Serre
en ik denk bij m’n eigen och jee…

Refrein

Ik kan wel janken, waar is nou de Zaaier,
och de Herenstraat ken je niet meer
Het Westerhofsepad moet je raaien,
de Brak zie ik graag nog een keer
Het Sportpart en huize Pomona,
de Webo en ‘t oude mannenhuis
‘t Is allemaal weg ‘t komt niet weder,
toch voel ik me in Wageningen thuis

Refrein

Ik kan wel janken om Japie van Brakel,
Handelsdagschool, de Negro, de Wal
Hof van Gelderland ook afgetakeld,
Junushoff blijft in ieder geval
En de Markt met z’n kroegen, terrassen,
waar je iedereen altijd ontmoet
Waar je lekker kunt zitten te nassen,
doet je Wageningse hart toch zo goed

Refrein

Ik kan wel janken als ik bij de Berg kom,
als ik ‘s zondags mijn ommetje maak
Wat mis ik dat “jongens noar veuren”
nee, die bal wordt daar nooit meer geraakt
Ik kan wel janken als ik naar dat gras kijk,
zo groen is het nooit nog geweest
Geen pinantie of gesjot met de bledder,
dat treft m’n Wageningse hart nog ’t meest

Refrein

tekst: mevrouw Sterk uit Wageningen.
Jaar: onbekend

Door: Anneke Rot

Stedenlied ‘Aan Wageningen’

Aan Wageningen

U heb ik lief, mijn Wageningen
Mijn Vaderstad, zoo schoon en goed,
Die onvervaard steeds opwaarts strevend,
Voor niets en niemand onderdoet.

Ik heb U lief als voorspoed, roem en eere,
U juigend volgen op de voet,
Maar meer nog als Uw edel harte,
Van bitter leed en kommer bloedt.

Schenk Heer, deez´stad
Uw rijkste zegeningen,
Behoed haar voor gevaar
Bij ’s werelds wisselingen.

Verhoog haar oude naam,
En houdt haar deugden ter belooning
Uw wakend Vaderoog,
Op haare aardsche woning.

Ontplooi Uw fiere vaan
Gij, pronk van Gel’res steden,
Bied onversaagd het hoofd,
Aan ’s levens tegenheden

Werp neer wat U belaagt,
En blijve tot Uw glorie,
Met gulden stift, Uw Naam,
Gegrift in ’s lands historie.

De woorden van het lied AAN WAGENINGEN werden geschreven door oud-burgemeester mr. H.F. Hesselink van Suchtelen en werden getoonzet door W.Roussel. Bij gelegenheid van het 25 jarig bestaan op 6 april 1933 van de mannenzangvereniging ‘Werkmanslust’ werd dit lied aangeboden als ‘Stedenlied’

Bron: Zwerftocht door Wageningen, Ad Rietveld, december 2001.

Door: Anneke Rot / H.M. Bitter