Ik zat op een dependance van de VGLO school in de Nutsspaarbank (hoek Hoogstraat, naast het Landbouwmuseum).
Ik was ondeugend en probeerde alles uit. Tijdens het speelkwartier speelden we op het speelterrein. Ernaast lag een grote stoep en daarnaast de gracht. Het was midden juni en iedereen was blij en uitgelaten; touwtje springen, tikkertje doen, ….. zoals het gaat op een speelterrein voor kinderen. Maar ja, er hingen wel walnoten aan die boom, al stond hij wel half in de gracht. Dat gaf niets, gewoon het schoolplein af, mocht niet natuurlijk, hek uit en bij de Hoogstraat het trapje af naar de gracht. Iedereen kijken en joelen vanaf het schoolplein om te kijken wat ik deed. Ik pakte een oude wasteil die daar lag, ging er op staan met een flink stuk hout, sloeg tegen de bomen aan, en de noten kon ik vangen of naar het droge gooien. Daar stonden mijn vriendinnen te roepen en ik gooide de walnoten naar hen toe, over het hek heen. Het was een spektakel.
Plotseling riepen ze allemaal heel hard “De JUFFFFFFFFF…………….”. Juf de Haan kwam op het spektakel af, ik schrok me wezenloos. ‘Wat nu?’ en sprong pardoes in die vieze gracht. Maar toen moest ik naar binnen, over de Hoogstraat, met achter me sporen van modder. De Juf stond strak in het gelid in de deurpost, boos kijkend en sommeerde mij naar boven te gaan en mij te wassen en schoon te maken.
Ik kwam de klas binnen en iedereen gniffelde over die verzopen kat. Maar het werd niets en na een minuut op 10 werd ik naar huis gestuurd, met een uitbrander van de juf. De stank in de klas was niet te harden, dus vandaar. Thuiskomend kreeg ik de volgende uitbrander en moest ik me wassen, in de teil want er was nog geen douche, en voor straf binnen blijven.
Achteraf had de Juf het hele verhaal smakelijk verteld in een lerarenvergadering, iedereen vond het een mooi verhaal!
Door: Aartje Roelofsen, Wageningen – Lokale Verhalen 2013