Buizerds

Deze zondag ben ik vroeg op. Vanmiddag gaan we wandelen, dus als ik nog wil golfen moet ik op tijd op pad. Het is zonnig en, zoals de hele lente, vrij fris. Op de fiets zie ik weer dat de lente de bomen nog niet bereikt heeft; alleen de struiken zijn al groen. Het is zonnig met een stevig noordoostenwindje.

Ik verwacht dat het al behoorlijk druk is op de baan, maar dat valt mee. De vele auto’s op de parkeerplaats zijn vooral van mensen die hun hond uitlaten. En een paar golfers. Ik besluit om meteen een rondje te doen, en niet te oefenen. Pas bij de derde hole kan ik me echt concentreren en wordt het rustig in mijn hoofd. Plots zie ik in een ooghoek beweging in de lucht. Een buizerd komt aandrijven, even later gevolgd door een tweede. Ik vergeet even alles om me heen en geniet van die stille kracht.

Ik hóef eigenlijk niets te dóen, nu niet, nooit niet. Alles is er gewoon, ik hoef het alleen maar te zien, toe te laten. Nog even zweef ik mee, volg ik, voel me gedragen. Dan zeilen ze verder, richting zon. Het was misschien een halve minuut, maar het lijkt een half leven.

Ik kijk nog even om me heen. De bosrand, nog kaal, op het lage groen na. Het gras nog pokdalig, met veel kale plekken. Gisteren speelde I. hier nog een wedstrijd. Gelukkig komt er nog niemand achterop, dus ik kan in mijn eigen tempo verder. De volgende slag is weer bagger, maar daar maak ik me nu niet druk om.

Door: Karel, Wageningen – Lokale Verhalen 2013.

Plaats een reactie