Uitzichtpunt

Het is allemaal al even geleden. Ik ben 26, Jos 27, en we zijn pas getrouwd …

Omdat ik uit het westen van het land kom, weet ik nog niet zoveel van Wageningen. Jos wel, die heeft hier door zijn studie al 7 jaar doorgebracht. Intussen heb ik het stadje al meerdere keren doorgelopen, de uiterwaarden gezien, Hotel de Wereld bezocht. Vandaag is het tijd voor het Arboretum.
Het is een mooie dag in de herfst. Jos heeft een kort bruin leren jack aan, met een rode gebreide sjaal. Een grappige combinatie. Hand in hand lopen we door het licht glooiende park, genietend van de mooie herfstkleuren. De zanderige paadjes liggen vol met goudgele en rode blaadjes. Na een tijd wandelen word ik moe. Het was niet echt vroeg vannacht. “Zullen we ergens gaan zitten?”, stel ik voor. “Oh, goed hoor. Kijk daar staan een paar bankjes”, antwoordt Jos, “en vandaar heb je een heel mooi uitzicht!” Ik vind het best en loop mee.

“Hè hè”, zucht ik, als ik op een bankje plof. Ik kijk wat om me heen. Het is inderdaad een mooi uitzichtpunt. Maar intussen word ik ook loom van de zon en vallen m’n ogen bijna dicht. Jos kan echter nooit lang stil zijn, dus die begint allerlei dingen op te sommen die hij in de verte ziet.
“Kijk, dat is de Rijn en daar is het pontje naar Zetten”, zegt hij.
“En een heleboel weilanden”, vul ik aan.
“Nee, uiterwaarden”, verbetert Jos me.
Ik kijk mee, maar verlang eigenlijk naar stilte. Dat voelt Jos niet aan. Onverstoorbaar gaat hij door met aanwijzen wat hij ziet.
“Zie je die stad daar in de verte? Dat is Nijmegen.”
“Aha”, zeg ik.
“En verderop naar rechts, zie je die grote pijp en dat grote gebouw? Dat is de kerncentrale bij Dodewaard!” Ik kijk nu iets meer geboeid mee. Inderdaad wel een groot gebouw. En een rare verstoring van het verder zo vriendelijk aandoende Betuwse landschap. Jos praat nog een poosje door over de kerncentrale, maar mijn gedachten dwalen af.

Deze situatie zal ik nog vele keren meemaken. Eerst ben ik het enige publiek. Later zijn het onze kinderen, die we al snel kregen. Ze luisteren geduldig naar steeds weer diezelfde vragen: “Zie je die stad? Dat is Nijmegen. En zie je dat grote gebouw verderop naar rechts? Dat is de kerncentrale bij Dodewaard.” En dan volgt een uitleg over wat dat is. Of het de kinderen boeit of niet, ze zullen weten dat daar een kerncentrale staat!

Intussen zijn we bijna 25 jaar getrouwd. Nog steeds wandelen we geregeld naar het uitzichtpunt in het Arboretum Bel Monte. De kerncentrale  werkt niet meer.  Jos wijst hem ook niet meer aan. En toch kijk ik nog elke keer naar die stad in de verte en naar die niet werkende kerncentrale van Dodewaard.

                                                                                                                                                           Door: Rineke, Wageningen – Lokale Verhalen 2013

Plaats een reactie