Het Vrouwenhuis was van 1980 tot 1991 een ontmoetings- en actiecentrum van de Wageningse Vrouwenbeweging en werd gerund door de Stichting Vrouwenhuis. Het was het trefpunt voor een groot aantal Wageningse vrouwengroepen die zich richtten op feminisme en emancipatie.
De eerste acht jaar bevond het Vrouwenhuis zich op de eerste verdieping op Bowlespark nummer 26a.Het Vrouwenhuis verhuisde in 1988 naar Churchilweg 39, waarna het pand Bowlespark werd gesloopt. 1991 werd het Vrouwenhuis gesloten en de Stichting Vrouwenhuis opgeheven.
De tweede Feministische Golf spoelt aan
Eind jaren 70 ‘spoelt de Tweede Feministische Golf aan op de Wageningse Rijnoevers’. Vrouwen gaan zich steeds meer positioneren ten opzichte van mannen. Ze willen zich onafhankelijk organiseren, los van alle bestaande, door mannen gedomineerde instituties. Barbara van Koppen (1955) studeerde op dat moment Voedingswetenschappen aan de Landbouw Hogeschool en herinnert zich die tijd nog goed: “Er kwamen in die tijd steeds meer vrouwengroepen. Ook vóór mijn tijd was er al de Boerinnengroep (1977) en de groep Vrouwen en Derde Wereld (1978), maar voor mijzelf begon het met de Kontramienen. Dat was een koor speciaal voor vrouwen, opgericht als feministische tegenhanger van het 1 Mei koor. Ik had zelf toen nog het idee dat feminisme niets voor mij was, maar het vrouwenkoor leek me wel wat. Mijn vriendin en huisgenoot nu, Barbera Oranje, had de naam Kontramienen bedacht. Vanuit het koor raakte ik ook breder betrokken bij de vrouwenstrijd en natuurlijk ook bij het Vrouwencafé”
Van het Vrouwenkafé naar een nieuwe plek
Het Vrouwenkafé was een ontmoetingsavond speciaal voor vrouwen. Het werd eind jaren 70 elke maandagavond gehouden in de Jongerensoos aan de Churchilweg (tegenwoordig ’t Oude Bijenhuis). Op een gegeven moment blijkt deze plek steeds minder geschikt. De relatie met de soos is matig, want deze ziet de vrouwen liever vertrekken. Dat de bezoeksters van het Vrouwenkafé geen lid zijn van de Soos is hen al jaren een doorn in het oog. Maar ook de vrouwen hebben het wel gezien. Barbara: “We hadden veel kritiek op het linkse mannenbolwerk dat Wageningen toen was. We wilden als vrouwen daarom een eigen plek. Toen zijn we gaan zoeken.”
Zeven vrouwengroepen, op dat moment voor een groot deel nog verbonden aan het gemeentelijk vormingswerk in ‘De Wereld’, slaan de handen ineen en gaan zoeken naar een plek voor “het ontplooien van activiteiten van feministische, ontspannende en ontwikkelende aard”. Lies de Neef van de Stichting Plaatselijk Vormings- en Ontwikkelingswerk ‘de Wereld’ coördineert de zoektocht. Op 23 mei 1978 wordt een onafhankelijke Stichting Vrouwenhuis opgericht door Tetje Havinga en Inez Verrips, ondersteund door een grote groep van actieve vrouwen. In de eerste stukken aan de gemeente spreekt de vrouwengroep zelfs over een geschat aantal leden van meer dan vierhonderd.
Het vrouwenhuis ontstaat
Na twee jaar lobbyen bij de gemeente voor een gesubsidieerde plek komt er eindelijk schot in de zaak. Het Rooms Katholieke Jeugd Belang (RKJB) wil weg uit Bowlespark 26a, omdat de locatie volgens hen te vervallen is. Er zijn problemen met vocht en het riool en het pand maakt een verpauperde indruk. Als eigenaar wil het RKJB het pand bij de gemeente ruilen voor een ander pand waarna de vrouwen er zouden in kunnen. Voor de vrouwen is de ruïneuze status geen probleem, zij willen die plek best, al is het maar tijdelijk en opknappen kunnen ze zelf wel.
In januari 1980 krijgt het Vrouwenhuis werkelijk vorm als de RKJB Jongeren inderdaad verhuizen naar ‘het Wijkhuis’. De vrouwen nemen hun intrek op de eerste verdieping van Bowlespark in de bovenverdieping die bestond uit een grote zaal, drie kleine kamertjes en een keukentje. Ze moeten het pand delen met het Werklozen Project (begane grond) en de vereniging ‘Semper Avanti’ en zelf een verdeelsleutel bedenken voor de kosten van gas, water en licht. Er zijn na intrekken wel wat zorgen over de aansluiting op de nutsvoorzieningen en over het aanleggen van installaties: “We hebben ons bijvoorbeeld afgevraagd of we wel een mannelijke loodgieter wilde binnenlaten”, vertelt Barbera Oranje. Een andere zorg is dat de Vereniging Oud Wageningen het plan heeft om in het Bowlespark alle stadsmuren te gaan opgraven. In september ontstaat er ook wat gedoe met de ‘Vereniging Eigen Onderkomen’, de bewonersvereniging van het naastgelegen SSR-studentenhuis. Deze had net bedacht had om in het braakliggende stukje grond achter het Vrouwenhuis een groentetuin te beginnen. Het vrouwenbestuur reageert hierop met een lange brief aan de vereniging met de strekking dat deze maar elders een eigen onderkomen voor de tuin moet gaan zoeken.
Het pand aan het Bowlespark was nu eigendom van de gemeente en deze bemoeit zich als belangrijkste subsidient vanaf het eerste moment met de gang van zaken. Zo schrijft de gemeente al in november 79 dat ze er op rekende dat ook andere vrouwengroepen in het Vrouwenhuis terecht kunnen, waaronder bijvoorbeeld de vrouwengroep van de politieke partij VVD. Anno 2016 lijkt dat een vrouwengroep van een totaal ander politieke signatuur dan de meerderheid van de vrouwen in het Vrouwenhuis – gaat dat wel samen? Uit de notulen blijkt dat de VVD vrouwen daarna inderdaad betrokken raken bij het Vrouwenhuis, maar in de jaren 80 ook snel weer verdwijnen uit de overzichten van Wageningse Vrouwenorganisaties.
Met vallen en opstaan
Eind 1980 is het ineens crisis. Een paar vrouwen gaan het gesprek aan met de gemeente om het matige functioneren van het Vrouwenhuis te bespreken. Nog geen jaar na opening zitten de belangrijkste vrijwilligers namelijk tegen een burnout aan van de werkdruk. De reden daarvan wordt niet vermeld. De gemeente dringt in dat overleg aan op een bezinningsperiode om de problemen aan te pakken. Het wordt een soort ‘heisessie’ in de Pietersberg in Oosterbeek, een werkweekend van twee dagen waarin de vrouwen de ‘organisatoriese problemen onderzoeken en irritaties uitspreken’. Het uitgebreide verslag in het gemeentearchief vertelt dat de vrouwen daarna het roer zullen omgooien om de werkdruk beter te verdelen. De gemeente zou in de tien jaar die volgen steeds kritisch blijven kijken naar de plaats en functie van het Vrouwenhuis, wat zij direct lijkt te verbinden aan het al dan niet voortzetten van de subsidie. Het college van Burgemeester en Wethouders toetst bijvoorbeeld in 1989 nadrukkelijk of de doelen van de stichting om ook Wageningse huisvrouwen te bereiken wel realistisch zijn.
Activiteiten in het Vrouwenhuis
Het Vrouwenhuis wordt al snel de centrale plek voor alle vrouwenactiviteiten in Wageningen. Uiteraard wordt het Vrouwencafé op de maandagavond vanaf nu hier gehouden. Daarnaast zijn er vaste bijeenkomsten op de maandag- en woensdagochtend. Een eetgroep kookt twee keer per maand samen in het Vrouwenhuis en het is de plek waar allerlei cursussen voor vrouwen worden gegeven. In 1982 zijn dat de cursussen Esalen-massage, spreken in het openbaar, tekenen, timmeren en klussen, politieke scholing, Tai Chi, elementair toneel, kreatief spel, vrouwenliteratuur en schrijven. 1985 zijn dat de cursussen, yoga voor oudere vrouwen, plantaardig verven, stof bedrukken, toneel, autotechniek, tekenen en wederom schilderen en creatief schrijven. Ook worden er geregeld thema-avonden georganiseerd rond thema’s als ‘Vrouwelijke politieke gevangene in Chili’, ‘Ekonomische Zelfstandigheid’ , ‘Borstvoeding’, ’Verkrachting’ of ’Herstel van Borstkanker’. De ruimte wordt ook uitgeleend aan andere vrouwengroepen zoals bij de Lebi avonden voor lesbische en biseksuele vrouwen, theater- & cabaretgroepen en natuurlijk de literaire avonden georganiseerd door Vrouwenboekhandel Shikasta. Groepen die verder opduiken in de notulen van het Vrouwenhuis zijn de FORT-groepen (Feminisitische Oefengroep Radicale Therapie) en de VIDO-groepen (Vrouwen In De Overgang). Een tijdgetuige die liever anoniem blijft, meldt in 2016 nog dat deze veelheid aan vrouwencursussen een van de grote voordelen van het Vrouwenhuis was: “Als ik ineens wilde weten hoe een motor werkt, kon ik me gewoon aanmelden voor een cursus en aan de slag. Dat moet je nu eens proberen. ”
Wisselende interesse
Het Vrouwenhuis moet jaarlijks aan de gemeente verantwoorden of het gebouw wel voldoende wordt gebruikt, omdat de gemeente subsidie geeft voor de huurkosten. Mede hierdoor is er de druk om de ruimte zo vaak als mogelijk open te stellen. De interesse voor die open ochtenden is echter lang niet altijd even groot. Anneke Rot (1952) bevrouwde vanaf 1982 geregeld de maandagochtend en kon zich daar dan wel eens aan storen. Ze was dan uren bezig om de rommel van anderen op te ruimen terwijl er geen enkele bezoekster binnenkwam. Als ze dan ook nog een pak melk in de koelkast vond dat twee maanden over datum was en het door wolken van fruitvliegjes door het gootsteenputje wegspoelde, werd zo’n dag de aanleiding om het nut van die ochtenden en de gezamelijke verantwoordelijkheid voor het pand maar weer eens aan de orde te stellen in de kerngroep en de maandelijkse Open Huis Vergadering (OHV). Gelukkig zijn er ook dagen – en vooral avonden – dat het in het vrouwenhuis tjokvol en gezellig is.
Crèche
Hoewel er niet zoveel over wordt gezegd door de tijdgetuigen of in de notulen staat, was een belangrijke en vooruitstrevende functie van het Vrouwenhuis ook die van crèche voor peuters en kleuters op de woensdagochtend. We kunnen het ons nu nauwelijks voorstellen, maar rond 1980 waren er nog nauwelijks van dit soort voorzieningen. Vrouwen werden nog alom geacht maar thuis te blijven voor de kinderen terwijl de mannen werkten. En gescheiden vrouwen moesten het zelf maar uitzoeken. Tegen dit soort ongeëmancipeerd denken komen de vrouwen in opstand en verzorgen daarom een crèche om jonge moeders op enkele momenten in de week even de handen vrij te geven.
Aktiecentrum
Een andere belangrijk rol van het Vrouwenhuis is die van Aktiecentrum, vooral in de aanloop naar de jaarlijkse Internationale Vrouwendag op 8 maart. De Vrouwenaktiegroep organiseerde op deze dag elk jaar een protestmanifestatie en alle geïnterviewde vrouwen hebben daar warme herinneringen aan. Pien van Dael (1954) vertelde dat voor de dag jaren lang de bakfiets uit haar kraakpand Heerenstraat 3 gebruikt werd. Op foto’s van Pien uit 1979 of 80, maar ook van Anneke uit 1983 is inderdaad te zien hoe die bakfiets met daarin Barbara en Anneke met accordeons en daarachter honderden vrouwen met spandoeken een tocht door de stad maakt om bij het gemeentehuis een manifest met vrouweneisen voor dat jaar aan te bieden. Onderweg wordt het straatnaambordje ‘Bevrijdingsstraat’ vervangen door het bordje ‘Vrouwenbevrijdingsstraat’.
Naast de 8 maart manifestatie organiseert de Vrouwenaktiegroep ook de (jaarlijkse?) Heksennacht, een fakkeltocht langs plaatsen waar vrouwen zich ’s nachts in het donker niet veilig voelden. Vanuit de vrouwenactiegroep wordt er ook ondersteuning geboden bij (landelijke)acties van heel andere aard, zoals het Vrouwenvredeskamp bij Soesterberg in 1982, de acties tegen de atoomwapens bij Vliegbasis Volkel in 1984, of de acties bij kerncentrale Dodewaard.
Het einde van het Bowlespark
Midden jaren 80 is het vrouwenwerk in Wageningen booming. Alleen al de lijst met in Wageningen actieve vrouwenbelangengroepen die het Vrouwenhuis in 1985 publiceert is indrukwekkend (#Zie inzet). Een aantal groepen die in de jaren 70 nog aan de basis stonden van het vrouwenhuis zijn kennelijk wel alweer opgeheven, zoals de Kontramienen en de groep Vrouwen en Derde Wereld.
Ondanks de lange lijst vrouwengroepen in Wageningen heeft het Vrouwenhuis zelf haar hele bestaan te kampen met bezettings- of continuïteiten problemen. Hoewel sommige activiteiten vele tientallen vrouwen trekken, meldt een overzicht in 1984 dat er maar ongeveer 20 echt actieve leden zijn. In de notulen van de OHV van maart 1985 klaagt notulist Marjolein over de gebrekkige opkomst van kerngroepleden. In 1986 komt de kerngroep tot de conclusie dat ze te weinig vrouwkracht heeft om de boel te draaien en gaat er een oproep uit naar alle organisaties die van het Vrouwenhuis gebruik maken. Daarna moet een versterkte kerngroep direct in discussie met de gemeente, omdat deze aangeeft geen idee te hebben wat er in het Vrouwenhuis gebeurt en hoe dit wordt georganiseerd. De gemeente verbindt de jaarlijkse subsidie voor het Vrouwenhuis aan het gemeentelijke budget voor stimulering van emancipatie, dus wil wel weten of de vrouwen die doelstelling waar maken. Daaraan verbonden is er – voor de zoveelste keer – een discussie over een mogelijk aanstaande verhuizing, dit keer naar de voormalige Kleuterschool ‘Olleke Bolleke’.
Vrouwenorganisaties in Wageningen in 1985:
De Vrouwen Aktiegoep, Vrouwen voor Vrede groep, Boerinnengroep, de groep Vrouwen voor Ekonomische Zelfstandigheid, De Rooie Vrouwen (PvdA), Vrouwen in de Bijstand, het Vormingswerk, Vrouwen tegen Sexueel Geweld, het LeBi voor lesbische en bisexuele vrouwen, het LH-vrouwenoverleg, Vrouwen en Derde Wereld groep, Stichting Vrouwenraad Wageningen, Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, de Vereniging van Vrouwen met een Academische opleiding, De Soroptimisten, het Katholieke Vrouwengilde, de Nederlandse Christen Vrouwenbond, De Vrouwenbond F.N.V., De Vrouwenbond C.N.V., de Emancipatiecommissie van de gemeente en Vrouwenboekhandel Shikasta.
Het Vrouwenhuis weet zich in deze discussie te herpakken. In maart 1987 verschijnt er een fraai rapport over de toekomst van het Vrouwenhuis in een voor die tijd hippe nieuwe huisstijl met een indrukwekkende onbegrijpelijke geometrische figuur op de kaft, die daarna ook op het briefpapier verschijnt. Misschien herpakt de stichting zich wel iets te stevig, want in 1987 ontstaat er een heftige en emotionele discussie over dat in de groep een ‘dictatuur van de meerderheid’ heerst, waarbij enkele vrouwen teveel macht naar zich toe trekken en waarin persoonlijke emotionele zaken als pressiemiddel worden gebruikt. De personen die het verwijt treft zijn het er duidelijk niet mee eens. “Macht wordt gegeven”, is hun antwoord, maar ze kunnen het conflict hierover ook niet negeren. Uiteindelijk wordt afgesproken dat er meer helderheid moet komen over wat de beslismomenten zijn, dat de vergaderingen zakelijker moeten worden, maar dat er daaromheen wel genoeg ruimte moet blijven voor het persoonlijke.
Eind 1987 komt de verhuizing dan eindelijk van de grond. De aanleiding tot die verhuizing wordt nergens duidelijk genoemd, maar waarschijnlijk is het Bowlespark nu gewoon echt te bouwvallig geworden. In de kerngroepnotulen van 20 december worden de perikelen rond de verbouwing van het Melkhuisje aan de Churchilweg 39 besproken en op 20 februari 1988 wordt de nieuwe locatie geopend. Aan acht jaar Vrouwenhuis aan het Bowlespark komt daarmee een einde.
De strijd tegen emancipatie
In 1989 neemt de gemeente via de Commissie Emanicipatiezaken (CEZ) het Vrouwenhuis stevig op de korrel. De CEZ vindt de bezettingsgraad van het Vrouwenhuis na de verhuizing onvoldoende: daar heeft de gemeente niet de dure renovatie van het Melkhuisje voor betaald. Het CEZ stelt zich op het standpunt dat als Vrouwenhuis de bezettingsgraad niet verbeterd, de gemeente op de onbezette dagen andere organisaties zal toelaten. De reden daarvan is dat de gemeente er bij de subsidiering van andere emanicpatie-activiteiten van uit gaat dat het Vrouwenhuis ook daarvoor beschikbaar is. Daarin begint het voor de gemeente –in de persoon van emancipatieambtenaar Moniek van Dun – te wringen omdat emancipatie niet iets is waar mannen buitengesloten kunnen worden. Voor het Vrouwenhuis is het echter onacceptabel als organisaties met mannen toegelaten worden in het pand. Dit zou het grondbeginsel onder het Vrouwenhuis uit slaan: een plek voor vrouwen alleen. Advocaat Inez Verrips, oprichtster van de stichting in 1979 wordt opnieuw betrokken en geeft het Vrouwenhuis het advies dat de gemeente op basis van het huurcontract formeel geen argument heeft. Toch is het vooruitzicht somber, omdat de gemeente jaarlijks een ander besluit kan nemen over de algemene subsidie. De gemeente lijkt nu in tegenstelling tot eerdere jaren steviger grip te willen op de interne gang van zaken in het Vrouwenhuis.
Dat de tijden aan het veranderen zijn, blijkt op de internationale vrouwendag manifestatie van 8 maart 1990. De discussie over het toelaten van mannen in het Vrouwenhuis wordt ook daar openlijk gevoerd. “Moet iets als een apart Vrouwenhuis niet worden afgeschaft?” probeert een spreekster een boude stelling. Er komt echter nauwelijks reactie uit de zaal. Even later wordt de binnenkomende mannelijke fotograaf Jan Leenarts van de lokale krant resoluut de zaal uitgewerkt. Mannen zijn niet welkom, maar na een stevige discussie in de groep wordt hij toch weer toegelaten.
Hoewel het lastig is op basis van enkele archiefstukken iets te zeggen, lijkt het er op dat de geest nu uit de fles is. De gemeente windt er geen doekjes om. Het Vrouwenhuis wordt te duur en dus moet het beheer van het Vrouwenhuis overgedragen worden aan ’t Kofschip, een verzameling van andere sociale initiatieven. De vrouwen van de Kerngroep ervaren dit voorstel als een nekslag. In augustus 1990 kondigden ze aan dat als de gemeente het plan doorzet, zij zich als Stichting Vrouwenhuis zullen opheffen op 1 januari. Uiteindelijk doen ze dat niet, maar februari 1991 herhaalt de discussie zich. Met een geslonken kerngroep van nog maar 3 vrouwen moet het Vrouwenhuis opnieuw in debat met de CEZ, die in dat overleg een ultimatum stelde. CEZ erkent wel dat er behoefte is in Wageningen aan een ruimte voor vrouwen, maar als het Vrouwenhuis in het komende jaar niet kan bewijzen dat zij de ruimte met een bezetting van 75% kunnen laten draaien op haar eigen voorwaarden, dan neemt de gemeente het beheer over.
Voor dit artikel is helaas niemand gesproken uit deze laatste fase, maar omdat het archief van het Vrouwenhuis na deze mededelingen abrupt stopt, laten de gevolgen zich raden. Ergens in 1991 wordt de Stichting Vrouwenhuis opgeheven. Daarvoor zijn natuurlijk meerdere oorzaken aan te wijzen, maar toch is het wel ironisch dat het onder andere de Commissie Emancipatiezaken was, misschien niet direct maar toch indirect een soort product van de vrouwenstrijd, die de Stichting Vrouwenhuis na twaalf jaar uiteindelijk de das om doet.
Tijden veranderen
Het Vrouwenhuis was weg, maar de vrouwenstrijd ging natuurlijk door. Toch waren de tijden – of de mensen – op een of andere manier veranderd. Dat merkte ook Barbara van Koppen toen zij in 1990 uit Burkina Faso terugkeerde naar Wageningen: “Ik denk dat er een backlash is gekomen, een terugslag. Er werden eind 70 zoveel nieuwe ideeën in één keer gelanceerd, het was teveel. De vrouwenbeweging was in de jaren 80 te radicaal geweest, dus kwam er een ommekeer. Daar is ook wel onderzoek naar gedaan.” Het begrip feminisme, in de jaren 80 al vervangen door ‘emancipatie’, schuift in de jaren 90 door naar ‘gender’. Vrouwenstrijd zal in Wageningen blijven bestaan. “Maar een echte beweging, met dat elan dat het had rond 1980 met al onze strijdliederen, nee dat was weg!” vertelt Barbara. “Dat is voor mij wel het sterkste voorbeeld van wat er veranderd is. Als ik nu die strijdliederen zing van toen, dan lacht iedereen…ikzelf ook! Zo van ‘van welke planeet komt die nu weer?’ Toch is het werk zeker nog niet klaar. De thema’s waar we over zongen in de jaren 70 zijn nog even actueel in mijn werk van nu. Daar schrijf ik nog steeds dikke boeken over.”
Een lied van de Kontramienen
Gezongen door Barbara van Koppen in 2016:
“Wanneer ze ons toch steeds weer woedend maken
Om die zogenaamde kleine dingen
Laat je toch niet zomaar macht’loos maken
Ga gewoon mee zingen!
Want ’s avonds zingen en spelen en gillen en fluiten (…)
dan komt er weer wat onvree mee naar buiten.
Samen sta je er achter
en samen sta je er voor.
In het vrou-wen-koor!”
“Zondagavond laat…
Wordt er weer gepraat…
Door het Troostpubliek al over liedjes strijd en feminisme…
Aktiepolitiek….
en ook nog muziek…
Alles wordt besproken hier op Troost!”
<>
Locatie Vrouwenhuis
Dit is een tekst geschreven voor het project Wageningse Barricaden. Met dank aan Barbara van Koppen, Pien van Dael, Anneke Rot, Corrie Roeper
Mooi verhaald: bravo!
Dank je Paul!
Zijn er tegenwoordig nog plekken en organisaties in Wageningen die hun wortels in het Vrouwenhuis hebben?
Hm I am interested to know as well…Sorry I can’t help, but I am following for possible further information
I think this is a very good question. I think some will say that the nineties gender-theory developments have pushed womens organisations ‘out the market’ (see the article). Aletia, I have emailed you, looking forward to your reply and the results of your research. Let us know!