Het levensverhaal van Gerard van der Schouw, geboren Renkummer en getogen Wageninger!

Ik ben op 31 augustus 1928 geboren op de grens van Wageningen en Renkum op de Bergerhof 9, in de volksmond de ‘Mussenberg’ genoemd. We keken uit op ’t Renkumse Beekdal en de voet van de Wageningse berg, waar de Laan van ONO en gebouwen zijn gevestigd. Op 4-jarige leeftijd verloor ik m’n moeder en ging ik met m’n zus van 3 jaar naar m’n grootouders en tante, alwaar wij daar verder onze jeugd hebben doorgebracht!
Toen de lagere (basis) school er in 1941 op zat, ging ik op de fiets met (‘curver’)noodbanden via ONO, over ’t ‘zwarte’ pad en de Wageningse Engh, naar de Nijverheidsschool (hoek toenmalige Grindweg en Vergersweg). Ik heb daar (tussen de onderduikers) tijdens de oorlogsjaren, evacuatie + ’n extra jaar, m’n diploma gehaald + voorbereidend MTS gedaan.
In 1946 ging ik als beginnend machinebankwerker aan de slag, maar wilde machinist worden bij de NS. Na enkele jaren gewerkt te hebben als onderhoudsmonteur, kwam de militaire dienstplicht en daarna solliciteerde ik bij het Instituut voor Land-bouwtechniek en Rationalisatie aan de Mansholtlaan, alwaar ik werd aangenomen. Ondertussen had ik m’n vrouw (Betsie Driessen, geboren 4-4-1931 te Lobith) leren kennen in de ‘Suikerpot’ (hoek 1e en 2e Gerdestraat), op de dansles van dhr. Hoksbergen. Aangezien ik nu in Wageningen werk had, ben ik in maart 1952 vanuit Renkum naar Wageningen verhuisd; eerst in de kost en daarna bij m’n schoonouders ingewoond. Er was geen woning te krijgen en na enkele omzwervingen ben ik Wageningen altijd trouw gebleven. Zelfs ben ik toentertijd vanuit Renkum en later vanuit Wageningen af en toe naar ’t voetbal op de Wageningse Berg geweest, vooral als ‘Vitesse’ op bezoek kwam. Ik ging echter toch meer voor de natuur, zoals het Bergpad, Belmonte, pont en Uiterwaarden.

Nadat wij in 1954 trouwden in Wageningen hebben we na vele moeilijke jaren in 1968 een dochter en in 1971 zowaar ook nog een zoon gekregen, die beiden hier in het Wagenings Ziekenhuis zijn geboren op de Otto van Gelreweg (de Hucht).
In 1970 solliciteerde ik naar een baan bij de gemeente Wageningen, vanwaaruit ik met vervroegd pensioen ben gegaan. Ondanks wat minder geld zijn mijn kinderen toch goed naar ons inziens terecht gekomen. Mijn dochter woont ook hier in Wageningen, is gehuwd en heeft een zoon van 15 jaar. Mijn zoon heeft een administratiekantoor en woont in Heelsum. Het frappante is dat mijn familie, vanaf m’n overgrootvader tot aan m’n kinderen, gehecht is aan Wageningen en Renkum.

Enkele bijzondere gebeurtenissen:

In 1988 werd er door de ‘Vadanotten’ via de Wageningse Winkeliers een prijsvraag uitgeschreven voor een carnavalsnaam voor Wageningen. En wie werd de winnares? M’n dochter, zij had gewonnen met de naam ‘Jolleberg’. Deze naam wordt nog steeds gebruikt.

Op 26 maart 1943 woonde ik aan de A’dorpsstraat 3 te Renkum en om ongeveer 21.15 uur ’s avonds hoorde ik een enorm lawaai en ging direct naar buiten, niet wetende wat er laag overkwam. Ik zag daar ’n motor zonder uitlaat en deze had een vlammende staart. Een angstig gevoel bekroop mij: ‘direct valt hij neer’. Maar het geluid werd minder, ’n tiental seconden later ’n geweldige klap en toen werd alles stil. Het projectiel kwam vanuit oostelijke richting over het dorp Renkum en verplaatste zich volgens het geluid naar ’t westen, richting ONO naar Wageningen (zie Veluwepost 22/3/13). Ik was destijds 15 jaar en fietste iedere morgen naar de ‘Nijverheidsschool’ in Wageningen waar het wemelde van de Duitse militairen. Op school aangekomen hoorde ik van de Wageningse jongens, dat er een bom of V1 op ’t Rode Dorp was neergekomen.

Op 17 september 1944 om 12 uur maakte ik ’t bombardement op ‘Belmonte’ (ofwel ‘sahara’) mee, waarna ongeveer om 13 uur de luchtlanding begon, wat wel tot 17 uur duurde! De Duitse SS-ers kwamen vanuit het Noorden en Oosten om de Engelse brigades te verdrijven. Deze strijd duurde ongeveer 10 dagen, waarna een Rijncorridor werd gevormd van Arnhem t/m het Amsterdamrijnkanaal. De bevolking van o.a. Renkum en Wageningen was toen allemaal vanaf 1 oktober ’44  tot 5 mei ’45 geëvacueerd. Na de terugkeer vonden we veel beschadigde en vernielde huizen en gebouwen terug en kon de wederopbouw beginnen. Zodoende heb ik pas in 1946 m’n diploma kunnen behalen!

Toen ik in Wageningen vast werk had, heb ik via diverse instanties vanaf juli 1981 vele pogingen ondernomen om voor Wageningen weer ’n eigen rechtstreeks railstation te realiseren. Een kwestie van 3x ongeveer 6 km en Wageningen had rechtstreeks verbinding met Nijmegen, Utrecht en Schiphol, i.v.m. de internationale contacten met het buitenland. Helaas, het zal altijd wel in Ede-Wageningen bij overstappen blijven, maar ‘Wageninger’ blijf ik!

door: Gerard A.W. van der Schouw, do 21 maart 2013.

Bello, tram Ede – Wageningen

De tramlijn Ede – Wageningen was een stoomtramlijn die het station Ede-Wageningen via Bennekom verbond met de stad Wageningen. In Wageningen lag het station aan de zuidkant van de huidige Stadsbrink, op de hoek met de Stationsstraat.

De lijn werd geopend in 1882. Inclusief zijsporen was de lengte ruim 8 kilometer. De lijn was enkelsporig met vijf wisselplaatsen, waar tegenliggers elkaar konden kruisen (bij Hoekelum, Voshol, in Bennekom dorp, de (oude) tol en bij de mouterij).

Video van de Waogeningse Blaoge over het treintje “Bello”

Tussen Bennekom en Wageningen werd gekozen voor een tracé over de Bennekomseweg, omdat de Grintweg te bochtig was voor een tram.
Bello-hollandseweg-wageningenEr reden zeven treinen per dag. De maximumsnelheid bedroeg 15 kilometer per uur. In 1889 werd die verhoogd tot 20 kilometer per uur, in 1917 tot 45 kilometer per uur.
In 1937 werd de reizigersdienst opgeheven en vervangen door een busdienst. De lijn was tot 28 september 1968 nog in gebruik voor goederenvervoer. In 1954 werd de lijn in Wageningen ingekort tot de mouterij, tegenwoordig de parkeerplaats van de Aldi. Het traject had toen een lengte van ongeveer zeven kilometer.
Aan de noordkant van de Geertjesweg lag dubbel spoor, dat gebruikt werd bij het rangeren van de goederenwagons voor de mouterij. Dit is nog terug te vinden als een brede groenstrook.

bello-wageningenIn 1959 werd het stationsgebouw in Wageningen centrum gesloopt. De goederenwagons werden de laatste jaren getrokken (en geduwd) door locomotoren en door locomotieven uit de serie 2400.
Omdat er onderweg door de ligging van de lijn, in de rijbaan of in de berm, veel gebeld moest worden werd de tram werd in de volksmond “Bello” genoemd.

In 1968 werd de tramlijn helemaal opgeheven. De belangrijkste redenen voor het opheffen van de lijn waren de verkeersveiligheid en de teruglopende belangstelling voor de lijn. De Bennekomse winkeliers waren erg blij met het verdwijnen van de rails in de Dorpsstraat.

Tramlijn_ede_wageningen

traject tramlijn Ede – Wageningen

In 1990 verscheen een boek over Bello:
W.J.P. Steenbergen, Wielen naar Wageningen: ‘Bello’, de stoomtram van Wageningen naar Ede, 1882 – 1937 – 1968, uitgeverij Pirola, Schoorl, 1990 , ISBN 90-6455-102-2

Bron : Wikipedia

door: P. Visser

Grafmonument Constant de Rebecque

Grafmonument_Constant_de_RebecqueEven ten westen van het arboretum Belmonte lingt een kleine begraafplaats met de restanten van de oudste kerk van Wageningen.

In 1894 werd een gedenknaald geplaatst ter nagedachtenis aan de stichter van Belmonte (Juste Thierry Baron de Constant de Rebecque 1786 – 1867). De grafzerk  herinnerd aan enkele nazaten die hier ca. 100 jaar geleden werden begraven.

In 1951 kocht de universiteit ruim 17 hectare van het landgoed Belmonte om haar botanische tuin te kunnen uitbreiden. Het landgoed verkeerde na de Tweede Wereldoorlog in deplorabele toestand en kon voor een symbolisch bedrag van de Stichting Het Gelders Landschap worden gekocht. De universiteit werd hiermee ook eigenaar van de Holleweg, de uitgesleten doorsteek door de stuwwal die onderdeel uitmaakt van de prehistorische route tussen de Veluwe en de Betuwe. En ook het familiegraf van Baron de Constant Rebecque was bij de koop inbegrepen. De universiteit heeft zich verplicht dit graf tot in lengte van jaren te onderhouden.

Bron: Rijksmonumenten.nl en Resource

door: E. Visser

De kerk van St. Jan de Doper

De Diedenweg, het grafveld en de oudste kerk van Wageningen

johannes-de-doper-kerkDe Diedenweg maakt deel uit van een oude doorgaande noord-zuidverbinding, die al in de prehistorie kan hebben bestaan. De weg loopt van een doonwaadbare plaats in de Rijn, bij het huidige Lexkesveer, via de Holleweg en de huidige Diedenweg naar Bennekom (de Bovenweg) en verder naar Ede.

Het grote grafveld aan deze doorgaande weg (t.h.v. de Geertjesweg) is gebruikt van het midden van de 5e eeuw tot in de 9e eeuw. Het is in verschillende Íasen opgegraven. Een eerste opgraving in 1927 werd gevolgd door een tweede in 1949 en een derde, nodig geworden door de aanleg van sportvelden, in 1980.

De begravingen hielden in de 9e eeuw op toen de oudste kerk van Wageningen was gebouwd. Die kerk stond eveneens in de omgeving van de Diedenweg, op de Westberg. Er zijn nu nog enkele muurrestanten van zichtbaar. Na de bouw van de huidige kerk op de Markt bleef de kerk op de Westberg nog als kapel bestaan. De kapel brandde in 1480 af, maar moet daarna weer herbouwd zijn. ln 1570 beeldde Witteroos de kapel ‘Ien heijligen cruijs’ nog af. Dat de kapel ooit als parochiekerk heeft gediend, blijk uit het kerkhof dat hier is gevonden. Een eerste deel van de begraafplaats werd in 1831 aan de zuidzijde van de ruïne ontdekt.

Kaart van Wageningen door Jacob van Deventer (ca. 1560) met daarop aangegeven de kruisweg van Wageningen naar de Westberg; rechts, onder het laatste kruisje de kerk van St. Jan de Doper.
Kaart van Wageningen door Jacob van Deventer (ca. 1560) met daarop aangegeven de kruisweg van Wageningen naar de Westberg; rechts, onder het laatste kruisje de kerk van St. Jan de Doper.

Bij de aanleg van de Westberg werden opnieuw begravingen en nu ook sporen van bewoning gevonden. De vondsten lopen van de Karolingische tijd (8e/9e eeuw) tot in de 13e eeuw. Ook uit een schriftelijke bron blijkt, dat de kerk op de Westberg de voorganger is van de kerk op de Markt. ln 1280 erkende graaf Reinoud van Gelre, dat de proost van St Jan te Utrecht het collatierecht van de kerk van Nieuw-Wageningen (‘oppido novo de ecclesia de Wageningen’) bezat, zoals hij het al sinds onheuglijke tijden van Wageningen op de Berg (‘ecclesia de Wageningen in Monte’) had. De nieuwe kerk was toen in aanbouw; zij is in 1288 voltooid.

Tot in de 16e eeuw was er op de dag van Sint Jan (24 juni) een jaarlijkse bedevaartstocht vanaf de stad naar het oude kerkje. In het kader van de viering van Wageningen 750 jaar wordt de Sint Janstocht op zondag 23 juni nieuw leven ingeblazen.

Bron: De Wageningse eng – Geschiedenis en waarden van een bedreigd cultuurlandschap, Stichting Veldecologie Midden-Nederland, 1993

Meer informatie over de Sint Janstocht: Meertens Instituut

door: E. Visser

Dirk Vreedebank

Dirk Vreede werd geboren op 12 mei 1819 in Den Haag, hij was de zoon van Cornelius Vreede en Dorothea Beatrix Diderica Bouman.

Hij trouwde op 7 juni 1844 in Heusden met Sara Adriana van Baak, geboren op 3 mei 1820 te Heusden.
Het echtpaar Vreede-van Baak vertrok naar Nederlands Oost Indië waar Dirk werkzaam was als tabakscontractant en waar hun drie zonen werden geboren.
Op 21 maart 1850 overleed Sara Adriana van Baak in Ngladjoe, Rembang.
Dirk Vreede vertrok in 1852 met zijn drie zonen naar Nederland.

Op 2 februari 1853 trouwde Dirk Vreede in Wageningen met Anna Elisabeth de Voogt geboren te Wageningen op 21 januari 1822, telg uit een Wageningse tabaksfamilie. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren.
In 1855 gaf Dirk Vreede opdracht tot de bouw van een grote buitenplaats aan de toenmalige Arnhemsche Bovenweg op de Wageningse Berg. De eerste steen werd gelegd op 12 mei 1855, het huis kreeg de naam Ngladjoe (Hinkeloord).
In december 1872 werd de buitenplaats Ngladjoe verkocht en het gezin Vreede vestigde zich aan de Hoogstraat in Wageningen.

Dirk Vreede bekleedde in Wageningen vele maatschappelijke en kerkelijke functies. Op 12 mei 1874 werd hij lid van de Wageningse gemeenteraad en op 7 september 1875 volgde zijn verkiezing tot wethouder.
Wethouder Dirk Vreede overleed op 18 november 1886 in Wageningen.
Na zijn dood werd een commissie van drieëntwintig ingezetenen gevormd om te komen tot een blijvend aandenken in de vorm van een ‘artistieke’ bank.
De stenen bank werd ontworpen door J. Goossen en geplaatst in het Noorderplantsoen.
Op 23 juni 1887 vond de onthulling plaats en burgemeester mr. H.J. Wunder sprak na de symbolische overdracht de dichterlijke woorden:

‘Onthoudt U van geweld aan deze bank te plegen,
Die eenmaal voor een vriend, de burger uwer stad,
Door arm en rijk, zijn herinnering ten zegen,
Gesticht werd op deez plek, waar hij zo gaarne zat’.

Dirk Vreedebank sinds 1979Bij de aanleg van Het Plantsoen in 1969 verdween het fraaie Noorderplantsoen en werd de bank gesloopt. Alleen de zijstukken bleven bewaard.
Dankzij de activiteiten van de heren Jan J. de Goede en F. Verwoerd van de historische vereniging Oud-Wageningen en de gemeente Wageningen, die de kosten voor haar rekening nam, werd de bank in 1979 hersteld en kreeg weer een plaats in het plantsoen aan de noordzijde van Junushoff.

Bronnen:

‘Wageningse avonden’ A.G. Steenbergen
OW december 1986, A.G. Steenbergen
100 jaar geleden overleed Dirk Vreede
Haags gemeentearchief
Gemeentearchief Wageningen

Door: HMBitter