Straatnamen Nieuw Kortenoord

Medio 2011 zijn de straatnamen van nieuwbouw project Nieuw Kortenoord vastgesteld door de gemeente. Het thema is kunstenaars die een binding hebben met Wageningen. Bij de meeste straatnamen in deze nieuwe duurzame groene wijk zijn er Wageningers die de kunstenaar nog hebben gekend. Ze leefden namelijk medio vorige eeuw. Naast kunstenaars is Jan de Goede, oprichter van de Historische vereniging Oud Wageningen, geëerd met een straat. De centrale weg gaat Nijlantsingel heten.

Bij de meeste straatnamen in Nieuw Kortenoord zijn er Wageningers die de kunstenaar nog hebben gekend. Ze leefden namelijk medio vorige eeuw.

Nijlant is de oude benaming voor de kavels in het veengebied ten westen van Wageningen. (Waarschijnlijk uitgesproken als Nieland.) Veelal waren deze in eigendom van grootgrondbezitters die ze verpachtten aan boeren. Er stond maar een enkele boerderij, want het land was veel te drassig om er een huis te bouwen. Het gehele gebied heet De Nieuwlanden en werd later eigendom van Wageningen Universiteit. Het laboratorium voor plantenziekten en insectenkunde was daar gevestigd. In de nieuwe wijk komt een park dat het Mozaïekpark zal worden genoemd – naar het mozaïek in de bibliotheek van het verder gesloopte gebouw.

Straatnamen worden in Wageningen door een ad-hoc commissie vastgesteld. Gemeentearchivaris Bob Kernkamp heeft zitting in deze commissie. Hij vertelt: “Er waren al een paar kunstenaars die op de lijst stonden om een straat naar zich vernoemd te krijgen, zoals Bob van Londen en Louis Raemaekers. Van personen die in aanmerking komen wordt vervolgens nagegaan of ze geen strafblad hebben of andere verkeerde dingen hebben gedaan. Dan kijken we ook of ze nabestaanden hebben. Die vragen we of zij geen bezwaar hebben.”

De naam Nieuw Kortenoord is door de projectontwikkelaar bedacht. Het verwijst naar de Kortenoordallee en De Nieuwlanden. Kortenoord is het gebied aan de westkant van de wijk Noordwest.

Door: Pauline Schakenbos

 

Roode Dorp – Volkswoningbouw II

De wijk Volkswoningbouw was gelegen tussen de Lawickse Allee, Haagsteeg en de Dijkgraaf, in het (toenmalige) noordwesten van Wageningen. Tegenwoordig is deze voormalige wijk onderdeel van de wijk De Buurt.

De oprichting in Wageningen van de vereniging Volkswoningbouw (VWB) vond plaats op 17 april 1912. De statuten werden bij Koninklijk besluit van 12 september 1912 goedgekeurd.

De opdracht een stratenplan met 83 woningen te ontwerpen werd gegeven aan het Rotterdamse architectenbureau Roos en Overeijnder.
De aanbesteding van de bouw vond plaats op maandag 23 november 1914. Het werk werd gegund aan de aannemer Albert Haar uit Wageningen.
Zaterdag 8 januari 1916 werden de 83 woningen in de wijk van Volkswoningbouw in aanwezigheid van verschillende genodigden door mr. H.F. Hesselink- van Suchtelen, burgemeester van Wageningen, geopend.( Zie deel I Volkswoningbouw)

Het tweede gedeelte met 105 woningen werd gebouwd in 1919. Op 18 juli 1919 werd door de gemeenteraad van Wageningen de straatnamen vastgesteld. De straat in het eerste gedeelte kreeg de naam Julianastraat.

Het tweede gedeelte omvatte meer straten, van Eckstraat, genoemd naar de eerste voorzitter, Beekstraat, Matenstraat en Vanenburgstraat.

Tijdens de bominslag van 26 maart 1943 werd er grote schade aangericht aan woningen in het tweede gedeelte. Er vielen 27 dodelijke slachtoffers.

In een aangetekende brief van 30 maart 1943 van de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw en de Bouwnijverheid Dr. Ir. J.A. Ringers staat de volgende tekst: ‘zegt de burgemeester van de gemeente Wageningen aan, dat hij overgaat tot onteigening, ten name van de gemeente Wageningen van het puin en de verdere restanten van opstallen der percelen welke in den nacht van 26 op 27 maart geheel of nagenoeg geheel zijn verwoest.
Het is de bedoeling dat de afkomende materialen zoveel mogelijk worden gebruikt voor de wederopbouw van de vernielde gebouwen’.

Met algemene stemmen werd tijdens de ledenvergadering van 24 september 1943 besloten tot ontbinding van de vereniging Volkswoningbouw
Op 15 november 1943 ging de gemeente akkoord met de overname. Op 22 november 1943 werd de overname door de gemeente per brief aanvaard.
Op 1 juli 1944 vond de formele overdracht van de vereniging Volkswoningbouw naar de gemeente plaats.

Namens de vereniging Volkswoningbouw ondertekenden voorzitter Gerrit Sluis en secretaris Antonie te Wechel. Namens de gemeente tekende burgemeester Wouter Hendrik van den Brink, handelende ter uitvoering van het door den burgemeester van Wageningen ter waarneming van de taak van de raad der gemeente, uitvoering verordening 152/1941.

Vanaf begin 1942 was er schriftelijk overleg tussen de secretaris-generaal K.J. Frederiks van het departement van Binnenlandse Zaken en  burgemeester IJzerman van de gemeente Wageningen over het centraliseren van het onderhoudswerk van alle in de gemeente bestaande woningwetwoningen teneinde te komen tot een meer economisch onderhoudsbeheer dan bij de tot op heden gevolgde gesplitste wijze van werken mogelijk is.

De gewenste centralisatie van het onderhoud vormde de aanleiding om tot oprichting van een gemeentelijke woningstichting te komen.

De Stichting Centraal Woningbeheer werd opgericht bij besluit van het gemeentebestuur van Wageningen dd. 25 januari 1944. Goedgekeurd op 2 februari 1944 door het provinciaal bestuur van Gelderland.

Bronnen: Gemeentearchief Wageningen

door:  HMBitter

Roode Dorp – Volkswoningbouw I

Op 11 september 1899 dienden de ministers van Binnenlandse Zaken, Financiën en Justitie, mr. H. Goeman Borgesius, mr. N.G. Pierson en mr. P.W.A. Cort van der Linden het wetsontwerp voor de Woningwet in.

Het doel van de Woningwet was om bewoning van slechte en ongezonde woningen onmogelijk te maken en de bouw van goede woningen te bevorderen. Het wordt algemeen beschouwd als het begin van de overheidsbemoeienis met de volkshuisvesting in Nederland

De oprichting in Wageningen van de vereniging Volkswoningbouw (VWB) vond plaats op 17 april 1912. De statuten werden bij Koninklijk besluit van 12 september 1912 goedgekeurd.

Voorzitter van VWB was R. van Eck, de secretaris A.C. Ide.

Deze vereniging, met aandeelhouders, had het plan om op grote schaal arbeiderswoningen te gaan bouwen.

In oktober 1913 kwamen afgevaardigden van verschillende arbeidersverenigingen bijeen om een gezamenlijk verzoek te formuleren aan de gemeenteraad van Wageningen om, in het belang van de volksgezondheid, de zedelijkheid en de groeiende werkgelegenheid een ruim aantal arbeiderswoningen te laten bouwen met een huurprijs tot 2 gulden per week.

In februari 1913 begon de VWB de onderhandeling om een perceel grond in haar bezit te krijgen. In maart 1914 werd twee percelen grond aangekocht ten noorden van de Lawickse Allee van de weduwe W.G. van Rijn-Herbert te Utrecht en van A.B.W.A. Hof-Steuk te Nijmegen. Deze percelen waren gelegen tussen de Lawickse Allee, de Haagsteeg en de Dijkgraaf.

De plannen van VWB werden op 7 maart 1914 voorgelegd aan de gemeenteraad van Wageningen en werden goedgekeurd. Het raadslid Van Lonkhuizen had enige bezwaren betreffende de plaats van bouwen omdat het gebied in een zak lag, een laagte in het terrein met hoge grondwaterstand en was volgens hem en anderen niet geschikt voor woningbouw. Uiteindelijk ging de raad met de plannen akkoord.

VWB vroeg en kreeg, met toestemming van Gedeputeerde Staten op 8 april 1914 een voorschot van f 174.500.- met borg door de gemeente om het plan uit voeren.

De eerste opdracht een stratenplan met 83 woningen te ontwerpen werd gegeven aan de Wageningse bouwkundige L. Vonk. Volgens Vonk zou het moeilijk worden een plan te verwezenlijken binnen de bestaande bouwverordening en de ongeschiktheid van het terrein. De woningen zouden voor de werkman te duur worden. Vonk werd door de VWB van zijn opdracht ontheven.

Vervolgens werd de opdracht gegeven aan het Rotterdamse architectenbureau Roos en Overeijnder. Dit bureau was ook betrokken bij de bouw van volkswoningen in Arnhem, Assen, Delft, Veendam en Voorburg.

De aanbesteding van de bouw vond plaats op maandag 23 november 1914 ten huize van J.H. van der Laag in de Nieuwstraat. Het werk werd gegund aan de aannemer Albert Haar uit Wageningen, die de huizen ging bouwen voor f 135.531.-.


Zaterdag 8 januari 1916 werden de 83 woningen in de wijk van Volkswoningbouw in aanwezigheid van verschillende genodigden door mr. H.F. Hesselink- van Suchtelen, burgemeester van Wageningen, geopend.

Het was het begin van de wijk Volkswoningbouw, in wijk C zonder straatnamen, wat toen nog gebruikelijk was. In de volksmond kreeg de wijk al snel de naam: ‘Roode Dorp’.

Bronnen: Gemeente archief Wageningen

door: HMBitter

Ad Rietveld

Tekenaar en schrijver

Adrianus Leendert Nelis (Ad) Rietveld werd op 9 augustus 1932 op het adres Onder de Bomen in de gemeente Renkum geboren. Enkele weken na zijn geboorte verhuisde het gezin naar een woning op het landgoed Oranje Nassau’s Oord, waar vader Rietveld werkzaam was.
In de zomer van 1945 kwam het gezin Rietveld in Wageningen wonen.
Ad Rietveld werkte vanaf zijn dienstplicht als thematisch tekenaar op het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding. (I.C.W.) Dit instituut was vanaf 1967 tot 1992 gevestigd in het Staringgebouw.

Al bij de oprichting in 1973 werd Ad lid van de historische vereniging Oud-Wageningen en was vele jaren actief als vrijwilliger, tekenaar, schrijver, bestuurslid en redactielid.
Ad was medeauteur van diverse uitgaven van de ‘Historische Reeks’ van de vereniging.
Eveneens van zijn hand verscheen in 1993 ‘In Pen en Inkt I’ en deel II in 1998. Gevolgd door ‘Wageningen een goed gevoel’ (2000) en ‘Zwerftocht door Wageningen’ (2001)
Door de redactie van ‘De Veluwepost’ werd hem in 1993 gevraagd artikelen te schrijven voor de rubriek ‘Achteraf bekeken’. Deze artikelen zijn later gebundeld in twee boeken Achteraf Bekeken I, Wageningen, brandende wielen en hete hangijzers 1999 en Achteraf Bekeken II, Wageningen, ijverige handen en Koninklijke feesten in 2006.
Op 10 mei 2005 werd door de historische vereniging het boek ‘Wageningen in Oorlogsbrand’ gepresenteerd, geschreven door Ad Rietveld. Het resultaat van jarenlang onderzoek.
Eveneens in 2005 verscheen: ‘Wageningen in tekeningen’ naar aanleiding van 150 jaar Veluwepost.
Een uitgave vol historische gebouwen in uiterste perfectie uitgetekend.
Voor zijn vele verdiensten en activiteiten voor de historische vereniging Oud-Wageningen werd hem in 1997 de wisselplaquette uitgereikt.
Op 6 april 1998 werd hij tot erelid van de vereniging benoemd.
Op 12 september 1998 ontving hij uit handen van burgemeester Sala het Wagenings Erezilver.

Adrianus Leendert Nelis Rietveld overleed op maandag 30 juli 2007 op 74 jarige leeftijd. Op zaterdag 4 augustus werd hij onder grote belangstelling begraven op algemene begraafplaats “De Leeuwerenk” te Wageningen.

Bronnen:
J.A. Rietveld-Beekhuizen
Archief historische vereniging Oud-Wageningen

Door: H.M. Bitter

 

Het ontstaan van de Wageningse berg

Het Pleistoceen is de periode van 2,4 miljoen tot 10.000 jaar geleden. Kenmerkend voor deze periode is dat er sprake is van grote klimaatschommelingen. IJstijden werden afgewisseld met relatief warmere tussenperioden. Op dit moment leven we in het Holoceen (10.000 jaar geleden tot nu) in een warmere tussenperiode.

Het Saalien, de een na laatste ijstijd, duurde van 200.000 tot 125.000 jaar geleden.

De rivier de Maas stroomde in die tijd in noordelijke richting af via de Gelderse Vallei en had grote hoeveelheden aan zand en grind achtergelaten. In deze periode breidde het landijs zich langzaam uit vanuit Skandinavië helemaal naar Nederland.

Ongeveer 150.000 jaar geleden schoof de ijslob door de Gelderse Vallei tot aan de plek Wageningen (Wageningen bestond toen uiteraard nog niet). Deze ijslob gleed als het ware over het land en zorgde ervoor dat de bevroren rivierafzettingen (zand en grind) werden opgestuwd tot de huidige stuwwallen. De grens van het landijs reikte in Nederland maximaal tot de lijn Nijmegen, Wageningen, Utrecht en Haarlem.

De dikte van het landijs wordt wel geschat op enkele kilometers in Skandinavië tot 100 m bij Wageningen. Zo ontstonden aan de rand van deze ijslob de stuwwallen van de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe (waaronder de Wageningse berg).

Het landijs en de stuwwallen zorgden ervoor dat de Rijn en de Maas niet meer in noordelijke richting konden afstromen. Deze verlegden hun stroomrichting naar het westen, langs het met de ijslob bedekte gebied (stromingsrichting Arnhem, Wageningen, Rhenen).

De Rijn erodeerde de zuidkant van de stuwwal en heeft uiteindelijk een deel van de stuwwal weggevreten. Daarom ontbreekt het gedeelte van de stuwwal tussen De Wageningse berg en de Grebbeberg. Dit verklaart ook waarom de Wageningse berg aan de zuidzijde veel steiler is!

Het ijs is afgesmeld, de stuwwallen zijn gebleven.

Door: Theo Balk