Pieter Pauw

Pieter Pauw en het ziekenhuis.

Pieter Pauw werd op 7 september 1859 in Purmerend geboren.
Vanaf 1894 was Pieter Pauw gemeenteraadslid en in 1902 wethouder in Zaandam.
Tijdens zijn ambtsperiode kreeg Zaandam een ziekenbarak en werd de eerste schoolarts aangesteld.
Pieter Pauw was een fel bestrijder van kinderarbeid, tevens werkte hij aan de verbetering van de arbeidsvoorwaarden voor gemeentewerklieden en stichtte een tehuis voor bootwerkers.

Zijn slechte gezondheid dwong hem te stoppen met zijn werkzaamheden en hij vestigde zich op 23 december 1907 in Wageningen in de villa Over Betuwe aan de Rijksstraatweg.
Pieter Pauw overleed op 14 december 1908 in Wageningen, 49 jaar oud.
Hij werd in Edam begraven.
Zijn weduwe Elisabeth Margaretha Jacoba Pont verhuisde na zijn overlijden naar Amsterdam.

In 1911 schonk mevr. E. M. J. Pauw- Pont haar villa Over Betuwe met erf en toebehoren aan de gemeente Wageningen om deze te gebruiken ten behoeve van de nieuw op te richten: ‘Pieter Pauw Stichting Ziekenzorg’. Op 7 mei 1912 werd het ziekenhuis ‘Ziekenzorg’ aan de Rijksstraatweg geopend. Deze naam was op verzoek van mevr. Pauw.
Vanaf 1950 waren er plannen om de oude villa te verbouwen tot een modern ziekenhuis. Op 14 januari 1958 volgde de officiële (her)opening.

In 1974 werd op de ‘berg’ een nieuw ziekenhuis in gebruik genomen, het Pieter Pauw ziekenhuis.
Na de fusie op 1 juli 1987 van de ziekenhuizen Ede, Bennekom en Wageningen, ontstond in januari 1990 de naam Stichting Ziekenhuisvoorzieningen Gelderse Vallei waarbij ook het Julianaziekenhuis van Veenendaal zich aansloot. De naam Pieter Pauw ziekenhuis verdween. In Ede werd het nieuwe regionale ziekenhuis De Gelderse Vallei gebouwd. Op 26 september 2000 werden de patiënten van de vier ziekenhuizen overgebracht naar het nieuwe ziekenhuis.
In 2008 werd begonnen met de sloop van het voormalige Pieter Pauw ziekenhuis in Wageningen.

Gelijk met de opening in 1974 van het Pieter Pauw ziekenhuis werd, in hetzelfde gebouw, het verpleeghuis voor geriatrisch-psychiatrische patiënten De Pauwenhof geopend. In 1987 werd De Pauwenhof een zelfstandige stichting.
In 2003 verhuisde De Pauwenhof naar de nieuwbouw aan de Costerweg en werd de naam veranderd in stichting PIETER PAUW.

Door: HMBitter

Lubbert Adolph Torck

TorckLubbert Adolph Torck is gedoopt in Den Haag op 6 augustus 1687 en dus hoogstwaarschijnlijk niet in Wageningen geboren, maar hij is vervolgens toch één van Wageningens markantste inwoners geweest. Tot ver in de negentiende eeuw werd het stadsbeeld bepaald door de door hem gebouwde huizen en mede op zijn suggestie aangelegde openbare voorzieningen.

De naam van Lubbert Adolph Torck werd nauwelijks meer gehoord in Wageningen of het moest zijn als het om het parkje bij de gracht gaat dat een paar jaar geleden naar hem is genoemd. In 2012 is gestart met de bouw van Torckdael: een  nieuwe woonwijk. Torckdael komt op de plek waar zich nu nog het politiebureau, verzorgingshuis Rustenburg en het parkeerterrein bevinden.

Ooit gonsde het in de stad van zijn naam. Hij had gezorgd voor verharding van de straten in de stad, hij liet straatverlichting aanleggen, plaatste her en der pompen voor zuiver drinkwater. De kerk werd mede door zijn drijven gerestaureerd, zijn vrouw schonk een nieuwe preekstoel. Hij verfraaide het stadhuis en bekroonde het met een schitterende Vrouwe Justitia. Maar bovenal bouwde hij een groot aantal statige huizen op en nabij het kasteelterrein en haalde rijke lieden over hier te komen wonen. Wageningen lag er in die dagen uitstekend bij en het volk vereerde Torck om zijn weldaden.

Maar Torck was tegelijk een gewiekste politicus en zakenman. Hij stapelde functie op functie: kasteelheer, burgemeester, landdrost van de Veluwe, lid van de Admiraliteit van Amsterdam en lid van de Raad van State in Den Haag., enzovoort, enzovoort. Uit al die functies haalde hij forse inkomens. Hij erfde niet alleen het kasteel van Wageningen, maar ook het veel imposantere Rosendael in Velp. En dan trouwde hij ook nog met een superrijke Amsterdamse weduwe. De Torck’s behoorden tot de allerrijkste families van het land.

Wageningen trouw
Ondanks zijn expansieve optreden in het hele land bleef Lubbert Adolph Torck het kleine stadje Wageningen trouw. Hij ging weliswaar uiteindelijk op Rosendael wonen, om niet te zeggen: resideren als een zonnekoning, maar hij wilde perse in Wageningen begraven worden.

Zelf woonden de Torcks als ze in Wageningen waren in een van de herenhuizen aan de latere Heerenstraat, op de hoek van de Kasteelse Gang. Dit is het huidige studentenhuis H6 (sinds 1917).|
Aan de Achterstraat zoals de Heerenstraat toen nog heette bouwden de Torcks met het kapitaal van Petronella tussen 1738 en 1744 drie huizenblokken met elf herenhuizen : één in 1738 direct aan de straat – de `Rosendaalse huizen’ – een blok van twee huizen aan de Kromme Hoek in 1742 – ‘Huize Torck’ – en een in 1743 iets verder naar achteren – de `Bassecour’, het middendeel van het Hoofdgebouw van de latere Landbouwuniversiteit. De huizen werden verhuurd aan gepensioneerde officieren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en andere gefortuneerde lieden.

Zo werd de Bassecour onder anderen bewoond door Pieter Adriaan van de Branden, kapitein Joost Sels, burgemeester Van Hogendorp, burgemeester Weckke, de Hattemse burgemeester Jean Louis van Alderwerelt, majoor Roeleman Ferdinand graaf van Bylandt, kolonel Spieringh, kapitein Andries Hartsinck van de Admiraliteit van Amsterdam, kolonel Verschuur, schout bij nacht Willem baron van Wassenaer en kapitein Renes.

Lubbert Adolf werd op 16 oktober 1758 begraven in de kerk van Wageningen. Torks graf is in de laatste oorlog met alle ander puin uit de kerk verwijderd. Van zijn kasteel zitten nog slechts wat resten onder de grond. Zijn trotse huizen zijn afgebrand, uitgewoond of tot appartementengebouw omgetoverd. Zijn laatste stenen pomp is niet zolang geleden stilletjes verdwenen. In het Wageninger museum is nog wel de bijbel van Torck te zien.

In 2008 verscheen het boek:
Lubbert Adolph Torck. Een veelvermogend Wageninger
Eppink L. & J. van den Burg (Wageningen, Historische Vereniging Oud-Wageningen, Museum De Casteelse Poort en bblthk, 2008) ISBN: 9789080015630

Bron: persbericht boek & wikipedia

Door: B. van Houten

Herman de Cowboy

herman_de_cowboyToen ik begin jaren ’80 in Wageningen kwam wonen was Herman de Cowboy een van de meest markante Wageningers. Vergezeld van compaan Jan de Hollander en een plastic tasje – met de nodige alcoholische versnaperingen – was Herman een bekende verschijning in de stad, de Veerstraat waar hij woonde,  en onder andere in café Troost. Altijd in voor een praatje en een grap.

Jaren later werkte ik in café de Overkant in de Bevrijdingsstraat en sprak ik Herman regelmatig. Met de kreet ‘hé boy’ zwaaide wekelijks de deur rond etenstijd wel een keer open en stommelde Herman, vaak vergezeld door Jan binnen. Na de gebruikelijke begroetingen (How are you? I’m fine…) kwamen er vaak verhalen over zijn tijd in ‘America’ los. Onsamenhangend en fantasierijk, het is me nooit duidelijk geworden of hij ooit in Amerika geweest was, of dat er meer sprake was van ‘als je er maar genoeg over praat ga je er zelf wel in geloven’.

Op een avond kwam alleen Jan binnen. Hij was hevig ontdaan en snikkend en stamelend vertelde hij dat Herman van z’n bankje was afgevallen: “… bloed in zijn hoofd …  hersenbloeding … ambulance.. “. Veel meer was er niet van te verstaan. Duidelijk was wel dat Herman naar het ziekenhuis was gebracht.
Met een collega uit de Overkant ben ik de volgende dag naar het Pieter Pauw ziekenhuis gegaan. Bij de receptie informeerden we naar het kamernummer van Herman de Cowboy. Na tal van aantal gefronste wenkbrouwen en driemaal navragen kregen we de mededeling: “Meneer de Moor is hier gisteren aan een bloedneus behandeld en daarna naar huis gebracht.”

Een paar dagen later zwaaide de deur weer open ‘Hé boy’….

Ik heb geen idee hoe het verder met Herman gegaan is. Volgens een gerucht zou hij in psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze zijn opgenomen, en daar zijn overleden… Wie weet er meer?

door: Wim de Vos

 

Gerard Slotboom

gerard_slotboom-1967De kleine man met de trommel

Gerard Slotboom werd geboren op 2 augustus 1924 in Wageningen, hij was de jongste zoon van Hendrik Slotboom en Johanna Paulina Holewijn.
Gerard was zwakbegaafd.

Gerard groeide op in een gezin van 8 kinderen aan de Dijkgraafseweg.
Hij is nooit naar school geweest, het was in die tijd niet gebruikelijk dat kinderen zoals Gerard onderwijs konden volgen.
Al zijn (beperkte) vaardigheden heeft hij van zijn ouders, broers en zussen geleerd.
Als opgroeiende jongen liep hij al trommelend en mondharmonica spelend door de buurt waar hij woonde. Na het overlijden van zijn ouders, woonde Gerard 35 jaar bij zijn broer en schoonzuster Gerrit en Anna Slotboom.
Gerard-Slotboom-1962Vele jaren kon men de vriendelijke Gerard vrijwel dagelijks tegenkomen in de Wageningse binnenstad, waar hij zijn vaste adressen had. Voor zijn broodje ging hij steevast naar bakker Mekking, bij slager Wijnveen haalde hij het beleg en vervolgens wandelde hij naar de markt om bij café ‘de Korenbeurs’ zijn belegde broodje te nuttigen met een kopje koffie . Behalve op woensdag, marktdag, dan liet hij in de zomer zijn broodje beleggen met aardbeien. Bij de bloemenkraam kreeg hij zijn wekelijkse bosje bloemen voor Anna. En niemand anders kreeg die bloemen, alleen Anna. Voor zijn dagelijkse scheerbeurt ging Gerard altijd naar zijn vaste kapper Bouw op de Markt, waar hij zijn eigen scheerapparaat had.
Bij grote evenementen stond Gerard altijd vooraan, want afzettingen golden voor hem niet. Bij drie traditionele gebeurtenissen , het jaarlijkse bejaardenuitje de aankomst van Sint Nicolaas in de haven en bij de vakantie kinderspelen was hij altijd aanwezig.

Direct na de oorlog waren het de grote lege biscuitblikken die diende als eerste trommel voor Gerard.
Al trommelend doorkruiste hij de binnenstad met een ererondje om het beeld van De Zaaijer bij de Landbouwhogeschool in de Heerenstraat.
Prof. Olivier kon dit wel waarderen en nam het initiatief om voor Gerard een ‘echte’ trommel te kopen.
gerard-slotboom-1963Aldus geschiede.
De trommel werd intensief gebruikt en was tien jaar later totaal versleten.
De plaatselijke courant ‘De Veluwepost’ nam eind jaren vijftig het initiatief om geld in te zamelen voor een nieuwe trommel voor Gerard. Dat lukte en van het geld wat overbleef konden de reparaties aan de trommel en de trommelvellen betaald worden. Ook deze trommel werd intensief gebruikt.
Uiteindelijk was de trommel dusdanig kapot dat reparatie niet meer mogelijk was.
In 1965 was er onder de Wageningse bevolking een inzamelactie voor nieuwe instrumenten en uniformen voor het Signaalcorps HBS.
Gerard kreeg op 1 december 1965 van Sint Nicolaas namens HBS een (gebruikte) trommel met stokken en bandelier aangeboden in restaurant Stadsbrink. Bij deze gelegenheid werd er een foto voor De Veluwepost gemaakt door de fotograaf de heer J. Schmetz.
Enkele weken later wilde de fotograaf een afdruk bezorgen bij de familie van Gerard. Hij wist geen adres maar Gerard zou hem wel even de weg wijzen.
In de auto van de fotograaf ging de reis via Bennekom naar Ede. Deze besloot terug te keren omdat hij niet geloofde dat Gerard in Ede woonde. In Wageningen aangekomen wist Gerard weer uitstekend de weg……. richting Rhenen. Uiteindelijk heeft de fotograaf het juiste adres opgevraagd bij de redactie van ‘De Veluwepost’ in de Vijzelstraat.
En Gerard, die was blij en tevreden,’ lekker rije, lekker rije’, want hij was dol op autorijden.

gerard_slotboom-KindervakantiespelenVanaf 1978 verscheen Gerard niet meer in de Wageningse straten, zijn gezondheid liet te wensen over en bovendien begon hij te verdwalen.
In januari 1981 verhuisde hij naar ‘ Dennenrust’ in Bennekom en een jaar later naar ‘Akkerwinde’ in Lunteren.
In ‘De Veluwepost’ van 22 juli 1981 verscheen een paginagroot artikel met de naam ‘Ode aan Gerard Slotboom’ , waarin ook een oproep om een kaartje te sturen. Gerard ontving er honderden.

Gerard Slotboom overleed op 19 juni 1987 in Lunteren, hij werd begraven op de algemene begraafplaats in Wageningen.

Foto’s: Collectie familie Slotboom / Henk Slotboom

Door: Henk Slotboom

Wageningse kinderen in Ilpendam, 1940

De foto die rond 27 juli 1940 in veel landelijke kranten heeft gestaan: De kinderen worden door de burgemeester verwelkomd en met rijtuigen en boerenwagens naar hun logeeradressen gebracht.
De foto die rond 27 juli 1940 in veel landelijke kranten heeft gestaan: De kinderen worden door de burgemeester verwelkomd en met rijtuigen en boerenwagens naar hun logeeradressen gebracht.

Als na de eerste oorlogsdagen en de capitulatie ieder het leven weer probeert op te pakken zitten veel mensen in Wageningen en omgeving nog zonder of met een zwaar beschadigde woning. Door toedoen van de burgemeester van Ilpendam (of op aandringen van zijn vrouw) worden kinderen uit Wageningen uitgenodigd de schoolvakantie in Ilpendam door te brengen om de oorlogsdagen een beetje te vergeten. Een damescomité heeft in Ilpendam geld ingezameld en de burgemeester heeft overlegd met het bestuur van Wageningen.  Dr.Ir.W.Smith van het Centraal Genootschap afd. Wageningen, zal de organisatie verzorgen. Er is plaats voor 75 kinderen. Ilpendam is een dorp aan het Noord-Hollands kanaal tussen Amsterdam en Purmerend.

18 Jongens en meisjes komen eind juli naar Ilpendam en worden bij de tramhalte door leeftijdgenoten welkom geheten.
18 Jongens en meisjes komen eind juli naar Ilpendam en worden bij de tramhalte door leeftijdgenoten welkom geheten.

De kinderen zijn bij verschillende families, veelal op boerderijen, ondergebracht.
Bij een poging die geschiedenis te beschrijven heeft de ‘Oudheidkundige Vereniging Ilpendam’ gezocht naar die kinderen en de pleegouders. Van vier kinderen uit twee gezinnen is hun verhaal van de logeerpartij gevonden, omdat ze nog contact hebben met de pleegouders of de kinderen daarvan. Bertus en Aaltje Sachteleben  logeerden aan de overkant van het kanaal op de boerderij bij de familie Exalto.
Ineke en Beppie Engelsman, die evenals de familie Sachteleben voor de oorlog in de Veerstraat in Wageningen woonden, hebben in 1940 bij de families Box en de Goede gelogeerd. Hun verhaal gaat nog verder:
Toen in 1944, bij de luchtlandingen, de bewoners van Wageningen wéér op de vlucht moesten is de hele familie Engelsman in Ilpendam neergestreken.

Foto met zoon Arend Exalto
Foto met zoon Arend Exalto
De kinderen weer bij hun oude ‘pleegouders’ en vader en moeder bij twee andere families in de buurt. Na de bevrijding gingen vader en moeder in Wageningen woonruimte zoeken en de kinderen bleven nog een tijdje in Ilpendam op school. Bij het koninginnefeest in Ilpendam, 31 aug 1945, vielen die meisjes nog in de prijzen, met hun klasgenootjes verkleed als ‘bloemenmeisje’.

De Oudheidkundige Vereniging Ilpendam zou graag van meer mensen die geschiedenis uit 1940 willen optekenen en foto’s verzamelen.

Door: Ben Treijtel