Smederij Jonker / Gij aan de Churchilweg

De voormalige smederij Jonker aan de Churchillweg (hoek Geertjesweg) is in 1966 ingrijpend verbouwd. Op de locatie van de smederij werd een flat en nieuwe winkelruimte gebouwd. De gebroeders Ginus en Ton Tiemessen beheerden de zaak in ijzerwaren, huishoudelijke artikelen en speelgoed ruim 40 jaar. In 2000 werd de zaak overgenomen door John en Robert Frijlink van de Gelderse IJzerhandel.

Klik op een afbeelding voor vergroting en/of slideshow.

Bron: Gelderse IJzerhandel

Door: Wim de Vos

Wageningse Schooltijd 1955

Ik zat op een dependance van de VGLO school in de Nutsspaarbank (hoek Hoogstraat, naast het Landbouwmuseum).

Ik was ondeugend en probeerde alles uit. Tijdens het speelkwartier speelden we op het speelterrein. Ernaast lag een grote stoep en daarnaast de gracht. Het was midden juni en iedereen was blij en uitgelaten; touwtje springen, tikkertje doen, ….. zoals het gaat op een speelterrein voor kinderen. Maar ja, er hingen wel walnoten aan die boom, al stond hij wel half in de gracht. Dat gaf niets, gewoon het schoolplein af, mocht niet natuurlijk, hek uit en bij de Hoogstraat het trapje af naar de gracht. Iedereen kijken en joelen vanaf het schoolplein om te kijken wat ik deed. Ik pakte een oude wasteil die daar lag, ging er op staan met een flink stuk hout, sloeg tegen de bomen aan, en de noten kon ik vangen of naar het droge gooien. Daar stonden mijn vriendinnen te roepen en ik gooide de walnoten naar hen toe, over het hek heen. Het was een spektakel.

Plotseling riepen ze allemaal heel hard “De JUFFFFFFFFF…………….”. Juf de Haan kwam op het spektakel af, ik schrok me wezenloos. ‘Wat nu?’ en sprong pardoes in die vieze gracht. Maar toen moest ik naar binnen, over de Hoogstraat, met achter me sporen van modder. De Juf stond strak in het gelid in de deurpost, boos kijkend en sommeerde mij naar boven te gaan en mij te wassen en schoon te maken.

Ik kwam de klas binnen en iedereen gniffelde over die verzopen kat. Maar het werd niets en na een minuut op 10 werd ik naar huis gestuurd, met een uitbrander van de juf. De stank in de klas was niet te harden, dus vandaar. Thuiskomend kreeg ik de volgende uitbrander en moest ik me wassen, in de teil want er was nog geen douche, en voor straf binnen blijven.

Achteraf had de Juf het hele verhaal smakelijk verteld in een lerarenvergadering, iedereen vond het een mooi verhaal!

Door: Aartje Roelofsen, Wageningen – Lokale Verhalen 2013

Verkeersovertreding op de Stadsbrink

busstationm-nbm-wageningen-1962Hoe een grove en zelfs gevaarlijke verkeersovertreding op de Stadsbrink (in aanbouw), op 18 juni 1962, de start werd van een huwelijkrelatie tussen Dick en Willy uit Renkum

Willy was toen 23 jaar en wilde haar autorijbewijs halen. Dick wilde zijn motorrijbewijs halen. Samen waren zij op theorieles bij rijschool Van de Broek in de Heerenstraat, waar zij elkaar liefdevolle knipoogjes gaven. Op een avond toen Willy naar het busstation van de nbm liep en de net klaargekomen weg van de Stadsbrink aan het oversteken was, kwam Dick rijdend op zijn pas gekochte Lambretta scooter en ging in al zijn enthousiasme op het verkeerde deel van de weg rijden om Willy in te halen. Hij vroeg haar of hij haar naar huis mocht brengen. Pas op de kruising met de toen genoemde Grindweg kwam Dick, met zijn Willy achterop, weer aan de goede wegzijde van de Ritsema Bosweg terecht om zijn scooterrit te vervolgen richting Renkum, teneinde zijn prille liefde naar huis te brengen. Bij het afscheid een kuis kusje. Dit alles gebeurde op 18 juni 1962. Op 18 juni 1963 zijn zij verloofd en wilden op 18 juni 1964 trouwen, maar door omstandigheden werd het 3 juli van dat jaar. Volgend jaar is deze gebeurtenis dus 50 jaar geleden.

busstation-nbm-stadsbrink-wageningen

Door: Dick en Willy Vlastuin, Wageningen – Lokale Verhalen 2013

Rijkslandbouwschool Wageningen

In 1876 werd de Rijkslandbouwschool in Wageningen gevestigd. De Rijkslandbouwschool startte met een driejarige hbs en een tweejarige kopstudie. De 32 studenten die in het eerste jaar startten kregen les op een perfecte locatie voor landbouwonderwijs, midden op het platteland omringd door zand-, klei- en veengrond.

rijkslandbouwschool-wageningen-1876
Rijkslandbouwschool Wageningen in 1876 – tegenwoordig bekend als ‘Gebouw met de klok’

De school bleek in een grote behoefte te voldoen, maar had ook wat last van de snel veranderende wensen op onderwijsgebied. Uiteindelijk, na tweede eerdere reorganisaties, werd besloten in 1904 de Rijkslandbouwschool weer op te heffen en deze te vervangen door vier zelfstandige inrichtingen, allen gevestigd te Wageningen. Deze inrichtingen werden de Rijks Hogere Land-, Tuin- en Bosbouwschool, de Rijkslandbouwschool, de Rijkstuinbouwschool en de Rijks Hogere Burger School.

De Rijks Hogere Land-, Tuin- en Bosbouwschool is sindsdien sterk gegroeid en kreeg in 1918 erkenning door een verheffing tot Landbouwhogeschool. De Rijkslandbouwschool maakte ook een sterke groei door. Zij kwam echter wel vlot in de problemen. Niet alleen boerenzonen, met een voorkeur voor de praktijk van de Nederlandse landbouw, stroomden toe, maar ook tal van stedelingen, met een voorkeur voor de tropische landbouw, kwamen naar Wageningen. Deze laatste groep werd uiteindelijk verreweg de grootste, terwijl het onderwijs afgestemd was op de behoefte van de Nederlandse landbouw.
Als gevolg van een herziening van de wet op het wetenschappelijk onderwijs heette de Landbouwhogeschool vanaf 1986 Landbouwuniversiteit.

Het ontwerp van Arboretum De Dreijen dateert van 1895 en staat in direct verband met de totstandkoming van de Rijkstuinbouwschool een jaar later. De aanstaande leerlingen moesten hier kennis kunnen maken met het ‘materiaal van de tuinbouwwetenschap’, in dit geval vooral sierbomen en -struiken.

Door: M. Voerman

Uitzichtpunt

Het is allemaal al even geleden. Ik ben 26, Jos 27, en we zijn pas getrouwd …

Omdat ik uit het westen van het land kom, weet ik nog niet zoveel van Wageningen. Jos wel, die heeft hier door zijn studie al 7 jaar doorgebracht. Intussen heb ik het stadje al meerdere keren doorgelopen, de uiterwaarden gezien, Hotel de Wereld bezocht. Vandaag is het tijd voor het Arboretum.
Het is een mooie dag in de herfst. Jos heeft een kort bruin leren jack aan, met een rode gebreide sjaal. Een grappige combinatie. Hand in hand lopen we door het licht glooiende park, genietend van de mooie herfstkleuren. De zanderige paadjes liggen vol met goudgele en rode blaadjes. Na een tijd wandelen word ik moe. Het was niet echt vroeg vannacht. “Zullen we ergens gaan zitten?”, stel ik voor. “Oh, goed hoor. Kijk daar staan een paar bankjes”, antwoordt Jos, “en vandaar heb je een heel mooi uitzicht!” Ik vind het best en loop mee.

“Hè hè”, zucht ik, als ik op een bankje plof. Ik kijk wat om me heen. Het is inderdaad een mooi uitzichtpunt. Maar intussen word ik ook loom van de zon en vallen m’n ogen bijna dicht. Jos kan echter nooit lang stil zijn, dus die begint allerlei dingen op te sommen die hij in de verte ziet.
“Kijk, dat is de Rijn en daar is het pontje naar Zetten”, zegt hij.
“En een heleboel weilanden”, vul ik aan.
“Nee, uiterwaarden”, verbetert Jos me.
Ik kijk mee, maar verlang eigenlijk naar stilte. Dat voelt Jos niet aan. Onverstoorbaar gaat hij door met aanwijzen wat hij ziet.
“Zie je die stad daar in de verte? Dat is Nijmegen.”
“Aha”, zeg ik.
“En verderop naar rechts, zie je die grote pijp en dat grote gebouw? Dat is de kerncentrale bij Dodewaard!” Ik kijk nu iets meer geboeid mee. Inderdaad wel een groot gebouw. En een rare verstoring van het verder zo vriendelijk aandoende Betuwse landschap. Jos praat nog een poosje door over de kerncentrale, maar mijn gedachten dwalen af.

Deze situatie zal ik nog vele keren meemaken. Eerst ben ik het enige publiek. Later zijn het onze kinderen, die we al snel kregen. Ze luisteren geduldig naar steeds weer diezelfde vragen: “Zie je die stad? Dat is Nijmegen. En zie je dat grote gebouw verderop naar rechts? Dat is de kerncentrale bij Dodewaard.” En dan volgt een uitleg over wat dat is. Of het de kinderen boeit of niet, ze zullen weten dat daar een kerncentrale staat!

Intussen zijn we bijna 25 jaar getrouwd. Nog steeds wandelen we geregeld naar het uitzichtpunt in het Arboretum Bel Monte. De kerncentrale  werkt niet meer.  Jos wijst hem ook niet meer aan. En toch kijk ik nog elke keer naar die stad in de verte en naar die niet werkende kerncentrale van Dodewaard.

                                                                                                                                                           Door: Rineke, Wageningen – Lokale Verhalen 2013