Harmen Meurs

Harmen Meurs, naamgever van het Harmen Meurspad in Nieuw Kortenoord, was schilder in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Een succesvol kunstenaar, die ook in het buitenland exposeerde. Hij hield zich goed op de hoogte van wat er in de internationale kunstwereld speelde. Hij was dan ook vaak op studiereis, onder andere naar Italië, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Amerika. Harmen Meurs werd in 1891 in Wageningen geboren. Zijn vader had een schildersbedrijf en handel in meubelen en tapijten. Zowel Harmen als zijn broer Jan waren artistieke talenten. Zijn broer werd architect. Harmen kreeg in Wageningen les van Louis Raemaekers en August Falise. Hij deed vervolgens een avondcursus aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam en ging ook in de hoofdstad wonen. Hij deelde daar een huis met andere artiesten, waaronder de beroemde filmmaker Joris Ivens.

Meurs schilderde stillevens, landschappen, boerentaferelen en figuren. Hij raakte betrokken bij de kunstenaarsvereniging ‘De Onafhankelijken’. Zijn vroege werk laat invloeden van Vincent van Gogh zien. Daarna werd hij geïnspireerd door het kubisme en expressionisme en het Fauvisme (met veel kleur en vormen). In 1929 en 1930 organiseerde hij spraakmakende tentoonstellingen over de ‘Neue Sachlichkeit’ en het ‘Surrealisme’.

Meurs was een fel tegenstander van het nationaalsocialisme en gaf daar al voor de oorlog uiting aan in zijn werk, zoals ‘Protest tegen Nazi-terreur’ (1936). Hij weigerde lid van de Reichskulturkammer te worden en raakte zo als kunstenaar in een isolement. Ook tijdens de oorlog schilderde hij antinazistische werken. Na de bezetting vertrok hij uit Amsterdam en ging wonen in Speuld op de Veluwe. Hij bleef schilderen tot zijn dood in 1964.

Door: Pauline Schakenbos

George Sturm

George Sturm (op zijn Duits uit te spreken, men schrijft ook wel Georg) is een schilder die in 1855 in Wenen werd geboren. Hij bezocht daar de Kunstnijverheidsschool. Hij heeft echter vele jaren in Nederland gewerkt en gewoond. Zo ook in Wageningen waar hij in 1923 is gestorven. Hij was bevriend met August Falise, de beeldhouwer waarnaar reeds een straat is vernoemd in Wageningen. Naast zijn werk als kunstenaar was hij hoogleraar aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid Amsterdam.

George Sturm is beroemd om de decoraties van het Rijksmuseum en het Amsterdam Centraal Station (onder andere in de Koninklijke wachtkamer). In de Statenzalen van de provincies Overijssel en Drenthe zijn ook wandschilderingen van hem of ontworpen door hem. Hij schilderde de wandschilderingen niet direct op de muur, maar op doek. Hij beschilderde ook het plafond van het Academiegebouw aan het Domplein van de Universiteit van Utrecht. Georg Sturm’s portretten zijn in een joyeuze 19e-eeuwse stijl geschilderd. Ook van August Falise heeft hij een portret gemaakt. Zijn schilderijen stellen verder onder andere ambachten voor, dieren en bloemen, maar ook meer abstracte allegorieën en deugden. Hij kon prachtig natuurgetrouw schilderen. De beroemde wanddecoraties in het Centraal Station en de Statenzaal gaf hij echter een tweedimensionaal effect, door weinig diepte en lijnen om de figuren te trekken, zoals bij een prent of beeldverhaal. Een door Sturm ontworpen tegeltableau met de drie gratiën ‘Schoon, Waar en Goed’ is aangekocht door het Rijksmuseum in Amsterdam. Het tableau werd in 1882 gemaakt bij de plateelbakkerij Rozenburg in Den Haag. Van Sturm worden af en toe werken geveild.

George Sturm heeft een straat naar zich genoemd gekregen in Nieuw Kortenoord.

Door: Pauline Schakenbos

Roode Dorp – Volkswoningbouw II

De wijk Volkswoningbouw was gelegen tussen de Lawickse Allee, Haagsteeg en de Dijkgraaf, in het (toenmalige) noordwesten van Wageningen. Tegenwoordig is deze voormalige wijk onderdeel van de wijk De Buurt.

De oprichting in Wageningen van de vereniging Volkswoningbouw (VWB) vond plaats op 17 april 1912. De statuten werden bij Koninklijk besluit van 12 september 1912 goedgekeurd.

De opdracht een stratenplan met 83 woningen te ontwerpen werd gegeven aan het Rotterdamse architectenbureau Roos en Overeijnder.
De aanbesteding van de bouw vond plaats op maandag 23 november 1914. Het werk werd gegund aan de aannemer Albert Haar uit Wageningen.
Zaterdag 8 januari 1916 werden de 83 woningen in de wijk van Volkswoningbouw in aanwezigheid van verschillende genodigden door mr. H.F. Hesselink- van Suchtelen, burgemeester van Wageningen, geopend.( Zie deel I Volkswoningbouw)

Het tweede gedeelte met 105 woningen werd gebouwd in 1919. Op 18 juli 1919 werd door de gemeenteraad van Wageningen de straatnamen vastgesteld. De straat in het eerste gedeelte kreeg de naam Julianastraat.

Het tweede gedeelte omvatte meer straten, van Eckstraat, genoemd naar de eerste voorzitter, Beekstraat, Matenstraat en Vanenburgstraat.

Tijdens de bominslag van 26 maart 1943 werd er grote schade aangericht aan woningen in het tweede gedeelte. Er vielen 27 dodelijke slachtoffers.

In een aangetekende brief van 30 maart 1943 van de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw en de Bouwnijverheid Dr. Ir. J.A. Ringers staat de volgende tekst: ‘zegt de burgemeester van de gemeente Wageningen aan, dat hij overgaat tot onteigening, ten name van de gemeente Wageningen van het puin en de verdere restanten van opstallen der percelen welke in den nacht van 26 op 27 maart geheel of nagenoeg geheel zijn verwoest.
Het is de bedoeling dat de afkomende materialen zoveel mogelijk worden gebruikt voor de wederopbouw van de vernielde gebouwen’.

Met algemene stemmen werd tijdens de ledenvergadering van 24 september 1943 besloten tot ontbinding van de vereniging Volkswoningbouw
Op 15 november 1943 ging de gemeente akkoord met de overname. Op 22 november 1943 werd de overname door de gemeente per brief aanvaard.
Op 1 juli 1944 vond de formele overdracht van de vereniging Volkswoningbouw naar de gemeente plaats.

Namens de vereniging Volkswoningbouw ondertekenden voorzitter Gerrit Sluis en secretaris Antonie te Wechel. Namens de gemeente tekende burgemeester Wouter Hendrik van den Brink, handelende ter uitvoering van het door den burgemeester van Wageningen ter waarneming van de taak van de raad der gemeente, uitvoering verordening 152/1941.

Vanaf begin 1942 was er schriftelijk overleg tussen de secretaris-generaal K.J. Frederiks van het departement van Binnenlandse Zaken en  burgemeester IJzerman van de gemeente Wageningen over het centraliseren van het onderhoudswerk van alle in de gemeente bestaande woningwetwoningen teneinde te komen tot een meer economisch onderhoudsbeheer dan bij de tot op heden gevolgde gesplitste wijze van werken mogelijk is.

De gewenste centralisatie van het onderhoud vormde de aanleiding om tot oprichting van een gemeentelijke woningstichting te komen.

De Stichting Centraal Woningbeheer werd opgericht bij besluit van het gemeentebestuur van Wageningen dd. 25 januari 1944. Goedgekeurd op 2 februari 1944 door het provinciaal bestuur van Gelderland.

Bronnen: Gemeentearchief Wageningen

door:  HMBitter

Roode Dorp – Volkswoningbouw I

Op 11 september 1899 dienden de ministers van Binnenlandse Zaken, Financiën en Justitie, mr. H. Goeman Borgesius, mr. N.G. Pierson en mr. P.W.A. Cort van der Linden het wetsontwerp voor de Woningwet in.

Het doel van de Woningwet was om bewoning van slechte en ongezonde woningen onmogelijk te maken en de bouw van goede woningen te bevorderen. Het wordt algemeen beschouwd als het begin van de overheidsbemoeienis met de volkshuisvesting in Nederland

De oprichting in Wageningen van de vereniging Volkswoningbouw (VWB) vond plaats op 17 april 1912. De statuten werden bij Koninklijk besluit van 12 september 1912 goedgekeurd.

Voorzitter van VWB was R. van Eck, de secretaris A.C. Ide.

Deze vereniging, met aandeelhouders, had het plan om op grote schaal arbeiderswoningen te gaan bouwen.

In oktober 1913 kwamen afgevaardigden van verschillende arbeidersverenigingen bijeen om een gezamenlijk verzoek te formuleren aan de gemeenteraad van Wageningen om, in het belang van de volksgezondheid, de zedelijkheid en de groeiende werkgelegenheid een ruim aantal arbeiderswoningen te laten bouwen met een huurprijs tot 2 gulden per week.

In februari 1913 begon de VWB de onderhandeling om een perceel grond in haar bezit te krijgen. In maart 1914 werd twee percelen grond aangekocht ten noorden van de Lawickse Allee van de weduwe W.G. van Rijn-Herbert te Utrecht en van A.B.W.A. Hof-Steuk te Nijmegen. Deze percelen waren gelegen tussen de Lawickse Allee, de Haagsteeg en de Dijkgraaf.

De plannen van VWB werden op 7 maart 1914 voorgelegd aan de gemeenteraad van Wageningen en werden goedgekeurd. Het raadslid Van Lonkhuizen had enige bezwaren betreffende de plaats van bouwen omdat het gebied in een zak lag, een laagte in het terrein met hoge grondwaterstand en was volgens hem en anderen niet geschikt voor woningbouw. Uiteindelijk ging de raad met de plannen akkoord.

VWB vroeg en kreeg, met toestemming van Gedeputeerde Staten op 8 april 1914 een voorschot van f 174.500.- met borg door de gemeente om het plan uit voeren.

De eerste opdracht een stratenplan met 83 woningen te ontwerpen werd gegeven aan de Wageningse bouwkundige L. Vonk. Volgens Vonk zou het moeilijk worden een plan te verwezenlijken binnen de bestaande bouwverordening en de ongeschiktheid van het terrein. De woningen zouden voor de werkman te duur worden. Vonk werd door de VWB van zijn opdracht ontheven.

Vervolgens werd de opdracht gegeven aan het Rotterdamse architectenbureau Roos en Overeijnder. Dit bureau was ook betrokken bij de bouw van volkswoningen in Arnhem, Assen, Delft, Veendam en Voorburg.

De aanbesteding van de bouw vond plaats op maandag 23 november 1914 ten huize van J.H. van der Laag in de Nieuwstraat. Het werk werd gegund aan de aannemer Albert Haar uit Wageningen, die de huizen ging bouwen voor f 135.531.-.


Zaterdag 8 januari 1916 werden de 83 woningen in de wijk van Volkswoningbouw in aanwezigheid van verschillende genodigden door mr. H.F. Hesselink- van Suchtelen, burgemeester van Wageningen, geopend.

Het was het begin van de wijk Volkswoningbouw, in wijk C zonder straatnamen, wat toen nog gebruikelijk was. In de volksmond kreeg de wijk al snel de naam: ‘Roode Dorp’.

Bronnen: Gemeente archief Wageningen

door: HMBitter

De Wageningse haven & transport

Vanuit de Wageningse haven is in de loop van de jaren letterlijk veel beweging ontstaan. Vooral vanuit de vele familiebedrijven zijn mooie ondernemingen ontstaan. Vanaf 1920 vervoerd Ruijsch vanaf Wageningen al bouwmaterialen door geheel Nederland. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot een grote logistieke dienstverlener voor bouwvervoer met autolaadkraan.

Geavanceerde systemen reduceren de gereden kilometers en innovatieve oplossingen geven een CO2 reductie van 30%.
Zo heeft Wageningen ook historische wortels voor duurzame logistiek.

Door: Jan Ruijsch