Feestlied ‘Wageningen 700 jaar stad, tekst: M. Doekes – de Wilde, Muziek: L. van de Leeden
Arrangement, auteur onbekend.
Door: Anneke Rot
Doe mee en geef kleur aan de Wageningse geschiedenis!
1946 – 2000
Feestlied ‘Wageningen 700 jaar stad, tekst: M. Doekes – de Wilde, Muziek: L. van de Leeden
Arrangement, auteur onbekend.
Door: Anneke Rot
De huidige pont van het Lexkesveer werd 1 juli 1992 in gebruik genomen. Hij is gebouwd bij scheepswerf Peters in Kampen. Op de werf werd de nieuwe ‘LEXKESVEER I’ gedoopt door Monique Zegveld uit Randwijk. Na de doopplechtigheid werd, ’s nachts, de pont over de IJssel en de Rijn onder leiding van de chef van het veer, B. Brouwer, met deen deel van Ben W naar Wageningen gevaren. Daarna is de pont begonnen aan zijn heen en weer vaarten.
Bij de vernieuwing van het pont bleef de oude houder voor de reddingsboei gelukkig gespaard.
Het onderstaande gedicht is van Ben Sikken. Ben Sikken was een Wageningse dichter en verzetsman. Hij werd op 25 september 1944 door de Duitsers doodgeschoten. Uit erkentelijkheid voor zijn verzetswerk hebben B en W besloten , november 1987, om een straat in de woonwijk Sahara naar hen te vernoemen.
Bron: onbekend
Door: Anneke Rot
Toen ik begin jaren ’80 in Wageningen kwam wonen was Herman de Cowboy een van de meest markante Wageningers. Vergezeld van compaan Jan de Hollander en een plastic tasje – met de nodige alcoholische versnaperingen – was Herman een bekende verschijning in de stad, de Veerstraat waar hij woonde, en onder andere in café Troost. Altijd in voor een praatje en een grap.
Jaren later werkte ik in café de Overkant in de Bevrijdingsstraat en sprak ik Herman regelmatig. Met de kreet ‘hé boy’ zwaaide wekelijks de deur rond etenstijd wel een keer open en stommelde Herman, vaak vergezeld door Jan binnen. Na de gebruikelijke begroetingen (How are you? I’m fine…) kwamen er vaak verhalen over zijn tijd in ‘America’ los. Onsamenhangend en fantasierijk, het is me nooit duidelijk geworden of hij ooit in Amerika geweest was, of dat er meer sprake was van ‘als je er maar genoeg over praat ga je er zelf wel in geloven’.
Op een avond kwam alleen Jan binnen. Hij was hevig ontdaan en snikkend en stamelend vertelde hij dat Herman van z’n bankje was afgevallen: “… bloed in zijn hoofd … hersenbloeding … ambulance.. “. Veel meer was er niet van te verstaan. Duidelijk was wel dat Herman naar het ziekenhuis was gebracht.
Met een collega uit de Overkant ben ik de volgende dag naar het Pieter Pauw ziekenhuis gegaan. Bij de receptie informeerden we naar het kamernummer van Herman de Cowboy. Na tal van aantal gefronste wenkbrouwen en driemaal navragen kregen we de mededeling: “Meneer de Moor is hier gisteren aan een bloedneus behandeld en daarna naar huis gebracht.”
Een paar dagen later zwaaide de deur weer open ‘Hé boy’….
Ik heb geen idee hoe het verder met Herman gegaan is. Volgens een gerucht zou hij in psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze zijn opgenomen, en daar zijn overleden… Wie weet er meer?
door: Wim de Vos
De kleine man met de trommel
Gerard Slotboom werd geboren op 2 augustus 1924 in Wageningen, hij was de jongste zoon van Hendrik Slotboom en Johanna Paulina Holewijn.
Gerard was zwakbegaafd.
Gerard groeide op in een gezin van 8 kinderen aan de Dijkgraafseweg.
Hij is nooit naar school geweest, het was in die tijd niet gebruikelijk dat kinderen zoals Gerard onderwijs konden volgen.
Al zijn (beperkte) vaardigheden heeft hij van zijn ouders, broers en zussen geleerd.
Als opgroeiende jongen liep hij al trommelend en mondharmonica spelend door de buurt waar hij woonde. Na het overlijden van zijn ouders, woonde Gerard 35 jaar bij zijn broer en schoonzuster Gerrit en Anna Slotboom.
Vele jaren kon men de vriendelijke Gerard vrijwel dagelijks tegenkomen in de Wageningse binnenstad, waar hij zijn vaste adressen had. Voor zijn broodje ging hij steevast naar bakker Mekking, bij slager Wijnveen haalde hij het beleg en vervolgens wandelde hij naar de markt om bij café ‘de Korenbeurs’ zijn belegde broodje te nuttigen met een kopje koffie . Behalve op woensdag, marktdag, dan liet hij in de zomer zijn broodje beleggen met aardbeien. Bij de bloemenkraam kreeg hij zijn wekelijkse bosje bloemen voor Anna. En niemand anders kreeg die bloemen, alleen Anna. Voor zijn dagelijkse scheerbeurt ging Gerard altijd naar zijn vaste kapper Bouw op de Markt, waar hij zijn eigen scheerapparaat had.
Bij grote evenementen stond Gerard altijd vooraan, want afzettingen golden voor hem niet. Bij drie traditionele gebeurtenissen , het jaarlijkse bejaardenuitje de aankomst van Sint Nicolaas in de haven en bij de vakantie kinderspelen was hij altijd aanwezig.
Direct na de oorlog waren het de grote lege biscuitblikken die diende als eerste trommel voor Gerard.
Al trommelend doorkruiste hij de binnenstad met een ererondje om het beeld van De Zaaijer bij de Landbouwhogeschool in de Heerenstraat.
Prof. Olivier kon dit wel waarderen en nam het initiatief om voor Gerard een ‘echte’ trommel te kopen.
Aldus geschiede.
De trommel werd intensief gebruikt en was tien jaar later totaal versleten.
De plaatselijke courant ‘De Veluwepost’ nam eind jaren vijftig het initiatief om geld in te zamelen voor een nieuwe trommel voor Gerard. Dat lukte en van het geld wat overbleef konden de reparaties aan de trommel en de trommelvellen betaald worden. Ook deze trommel werd intensief gebruikt.
Uiteindelijk was de trommel dusdanig kapot dat reparatie niet meer mogelijk was.
In 1965 was er onder de Wageningse bevolking een inzamelactie voor nieuwe instrumenten en uniformen voor het Signaalcorps HBS.
Gerard kreeg op 1 december 1965 van Sint Nicolaas namens HBS een (gebruikte) trommel met stokken en bandelier aangeboden in restaurant Stadsbrink. Bij deze gelegenheid werd er een foto voor De Veluwepost gemaakt door de fotograaf de heer J. Schmetz.
Enkele weken later wilde de fotograaf een afdruk bezorgen bij de familie van Gerard. Hij wist geen adres maar Gerard zou hem wel even de weg wijzen.
In de auto van de fotograaf ging de reis via Bennekom naar Ede. Deze besloot terug te keren omdat hij niet geloofde dat Gerard in Ede woonde. In Wageningen aangekomen wist Gerard weer uitstekend de weg……. richting Rhenen. Uiteindelijk heeft de fotograaf het juiste adres opgevraagd bij de redactie van ‘De Veluwepost’ in de Vijzelstraat.
En Gerard, die was blij en tevreden,’ lekker rije, lekker rije’, want hij was dol op autorijden.
Vanaf 1978 verscheen Gerard niet meer in de Wageningse straten, zijn gezondheid liet te wensen over en bovendien begon hij te verdwalen.
In januari 1981 verhuisde hij naar ‘ Dennenrust’ in Bennekom en een jaar later naar ‘Akkerwinde’ in Lunteren.
In ‘De Veluwepost’ van 22 juli 1981 verscheen een paginagroot artikel met de naam ‘Ode aan Gerard Slotboom’ , waarin ook een oproep om een kaartje te sturen. Gerard ontving er honderden.
Gerard Slotboom overleed op 19 juni 1987 in Lunteren, hij werd begraven op de algemene begraafplaats in Wageningen.
Foto’s: Collectie familie Slotboom / Henk Slotboom
Door: Henk Slotboom
De geschiedenis
Begin mei 1946 werd aan de Nieuwe weg door een zestal leden van De Gemeenschap Oud Illegale Werkers (GOIW) een eenvoudig houten kruis opgericht ter nagedachtenis aan alle tijdens de oorlog omgekomen Wageningse inwoners.
Deze plek was uit praktische overwegingen gekozen even buiten de binnenstad bij een kruispunt en dus goed zichtbaar. In de binnenstad was geen goede plaats beschikbaar, de opbouwwerkzaamheden waren in volle gang.
Uit een brief van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, blijkt dat bij Koninklijk besluit van 15 oktober 1945, hetwelk vaststelt dat het oprichten, plaatsen of aanbrengen van oorlog- of vredesgedenktekens op de openbare of van de openbare weg af zichtbaar plaatsen slechts is geoorloofd na goedkeuring van het ontwerp door de Minister.
Burgemeester en wethouders berichten de minister dat het slechts een tijdelijk monumentje is. Maar wat is tijdelijk?
Op 15 september 1952 stelde Burgemeester en wethouders, de Raad der gemeente in kennis van het volgende voorstel:
Het Comité tot oprichting van het Bevrijdingsmonument had na de afrekening van dat monument nog een klein saldo aan geldmiddelen dat het Comité zou willen gebruiken om het monumentje enigszins te verfraaien en een meer duurzaam karakter te geven.
De kosten van de materialen werden door het Comité gedragen en het werk werd door gemeentepersoneel uitgevoerd.
De dienst gemeentewerken vervaardigde het ontwerp.
Op 17 september 1952 had de Raad zich verenigd met het voorstel.
Het ongeverfde houten kruis werd vervangen door een wit kruis, staande op een bordes voor een halfronde stenen muur met aan weerszijden bakstenen bloembakken.
Het monumentje was monument geworden.
Een wandelpad met bankjes maakten het geheel tot een plek van herdenken en gedenken.
Door het verleggen van de Nieuwe weg is het wandelpad verdwenen, voor het monument bevindt zich nu nog een klein grasveld. Wat ook verdween, de traptreden van het monument!
Bronnen:
Archief gemeente Wageningen
Meer informatie over oorlogsmonumenten en Gedenkstenen in Wageningen zie: Wageningen1940-1945